JON NVSH Werkgroep JORis Oost Nederland Jeugd-Ouderen Relaties, intimiteit, seksualiteit Postbus 259, 7400 AG Deventer |
Januari 2005 |
Jaarverslag 2004over de periode JON signaleert een algemeen probleemWe signaleren hier een tendens in de
maatschappij. Persoonlijkheidsonderzoek De eerste stap is dat in dit soort rechtszaken routinematig een psychiatrisch en psychologisch advies wordt gevraagd. Als men hier mee instemt, is de volgende stap dat bij deze onderzoeken alleen al het hebben van pedofiele gevoelens "een zeer ernstige persoonlijkheidsstoornis" wordt genoemd. Dit geldt eens te meer als men zich in onvoldoende mate schaamt voor deze gevoelens en zegt er voor zichzelf geen grote problemen mee te hebben. Men is dan een egosyntone kernpedofiel. Dit laatste wil zeggen dat de gevoelens niet tijdelijk zijn maar tot de persoon behoren, het eerste wil zeggen dat men de gevoelens als eigen beschouwt en niet per se als een probleem beleeft. Volgens de DSM IV Revisited, het standaard handboek voor diagnoses, heeft men dan geen stoornis, tenzij men het gevoel in daden omzet. In dat geval is gebrek aan zelfbeheersing het probleem. Nu wordt er consequent geconcludeerd tot "een zeer ernstige persoonlijkheidsstoornis", ook als men verder niets mankeert. Ook al wordt er eerst op grond van testuitslagen gezegd dat de onderzochte geen stoornissen heeft, zodra de onderzochte echter met andere ideeën naar voren komt dan nu politiek correct is, wordt aan de persoon "een cognitieve stoornis" toegeschreven. Men denkt dus verkeerd, hetgeen in bepaalde politieke systemen niet best is – zo nu ook hier. De kans op recidive Dan volgt de stap van het inschatten van de kans op recidive. Deze wordt nu consequent als erg hoog ingeschat. Dit is in strijd met onderzoeksresultaten op dit gebied, die aangeven dat de kans op recidive in dit soort gevallen juist veel lager is dan het algemene recidive cijfer.
Cijfers van het ministerie in Nederland komen tot een 5 tot 10% recidive voor wie behandeld is; onder de 3% voor wie in tbs is behandeld. Ook zonder behandeling ligt de recidive lager dan deze in het algemeen is. Het algemene recidivecijfer is nu 68% in binnen- en buitenland. Het meest recente en gedegen onderzoek op dit gebied komt voor zedenzaken tot een recidive van 13,4%.
In een der rechtszaken is zelfs onder ede gezegd dat de recidivekans voor iemand 100% is, hetgeen principieel onmogelijk is: menselijk gedrag laat zich niet met een zodanige zekerheid voorspellen. Men concludeert dus tot de noodzaak van behandeling. De tijd voor behandeling Weer een stap verder is het voorzien van de tijd die een behandeling kan vergen. In principe is dit niet te voorspellen. Desondanks is de tendens dat men onder ede zegt dat drie jaar hier niet voldoende voor is, omdat namelijk de behandeling goeddeels bestaat uit een langdurige controle. Omdat de proefperiode bij een voorwaardelijk deel van de straf, evenals de periode voor een tbs met voorwaarden niet langer dan drie jaar mag zijn, zegt men dan ‘dus’ aangewezen te zijn op een tbs met dwangbehandeling. Een probleem? Ja, want hier wordt iemand voor jaren vastgezet voor iets dat hij zou kunnen gaan doen, niet voor iets wat hij gedaan heeft. Eenmaal tot tbs veroordeeld, begint de lange wachttijd en dan de lange behandeling. In toenemende mate erkent men dat pedofiele gevoelens in wezen niet te behandelen zijn. Zo komen er steeds meer mensen die na enkele jaren als niet behandelbaar worden gezien. Daarvoor zijn nu long stay inrichtingen waar men al kampt met plaatsgebrek. Dit is dus levenslang voor iets dat men zou kunnen gaan doen. Hier wringt ons een schoen. JON constateert het probleem, een probleem dat een regionale werkgroep gericht op zelfhulp niet kan oplossen. Het is een politiek probleem, een ideologisch probleem. JON:GlobaalJON heeft in deze periode tussen de vijftien en twintig leden gehad; er vielen er af, er kwamen er bij. Zo is de groep uitgebreid met een moslim en een boeddhist, dus ook meer multicultureel geworden. De groep is eens per maand bijeengekomen voor een gesprek. Omdat de leden vrij ver van elkaar af wonen, was dit steeds in een andere plaats in een huiskamer en liep de opkomst uiteen. De gesprekken worden niet gestuurd door een thema maar door wat de aanwezige leden inbrengen. Het is een zelfhulpgroep, dus praten en luisteren naar elkaar staat centraal. De gespreksleiding leidt niet zozeer de inhoud als wel op het proces van met elkaar spreken en luisteren. Slechts soms gaan er adviezen over en weer. Globaal genomen zijn deze: accepteer jezelf en de wet; isoleer je niet, leef sociaal en legaal. Leef breed en zo gewoon mogelijk, wees vooral onafhankelijk van contacten en afbeeldingen. Een nulde- of eerste-lijns voorzieningJON is een zelfhulpgroep, geen therapiegroep en pretendeert dit ook niet te zijn. Het is een ‘lage-lijns’ voorziening. De groep biedt niet meer dan een mogelijkheid voor mensen om elkaar op te vangen, te spreken en waar nodig te helpen. Problemen die veelvuldig naar voren komen zijn vooral gevoelens van isolement en depressie, soms ook obsessie. Op het niveau van een zelfhulpgroep is hier misschien iets aan te doen, het is althans te proberen. Soms is er meer aan de hand en is er meer nodig. Waar depressie of obsessie te zwaar zijn of zelfbeheersing ontbreekt, faalt zelfhulp en is er professionele hulp nodig. JON houdt deze niet tegen en adviseert waar nodig deze te zoeken. De hulpzoeker wordt dan doorgaans wel met het probleem geconfronteerd dat menig huisarts en RIAGG zegt geen raad te weten met pedofiele gevoelens en dat men verder doorverwijst. Waar mogelijk kan echte psychotherapie uitkomst bieden. Vaak echter komt men terecht bij gespecialiseerde instituten. In die instituten erkent men, min of meer, dat echte behandeling niet mogelijk is en dat de aanpak vooral bestaat uit controle, met zelfcontrole als einddoel. StatutenOmdat het buiten en soms ook binnen JON niet altijd duidelijk was wat JON nu precies is en hoe de zaken er geregeld zijn, zijn er dit jaar statuten opgesteld en aangenomen. Een gedragscode voor de leden is hier onderdeel van. Men tekent deze bij binnenkomst na een kennismakingsperiode. De statuten hebben de vorm van die van een vereniging met bestuur en leden. JON is geen zelfstandige vereniging, maar is deel van de NVSH; de statuten komen dan ook deels overeen met die van de NVSH, maar JON functioneert verder zelfstandig. Openbare rechtszittingenEnkele leden, alsook enkele niet-leden van JON hebben in de zomer van 2003 reizen gemaakt naar Tunesië in de tijd dat zij al geobserveerd en afgeluisterd werden door de politie. Eind november 2003 vonden er arrestaties plaats en op 10 maart 2004 begonnen de rechtszittingen hierover. Er waren aanklachten wegens ontucht, bezit van kinderporno en van ‘deelname aan een criminele organisatie’ die de reizen organiseerde. Vanaf 2 juni 2004 waren er inhoudelijke zittingen, gevolgd door de eerste uitspraken, op hun beurt gevolgd door een serie hoger-beroepsaantekeningen. Later in het jaar en inhoudelijk op 23 december 2004 vonden deze zittingen plaats. Op 6 januari 2005 werd er in de eerste zaken uitspraak in hoger beroep gedaan. In vrijwel alle zittingen, die in
eerste aanleg en die in hoger beroep, Inhoudelijk verbaasde het OM iedereen met haar exorbitant hoge eisen. Zo werd in bijna alle gevallen tbs met dwangverpleging geëist. De rechtbank verbaasde op haar beurt het OM met beduidend mildere uitspraken. Met name het bestaan van een criminele organisatie werd niet bewezen geacht: het waren slechts individuele contacten. Ook was de rechtbank heel wat zuiniger met tbs. Dus ging het OM in alle gevallen in hoger beroep. Ook in hoger beroep werd door het OM duidelijk op tbs aangestuurd, ook voor wie verder niets mankeert behalve dan die egosyntone pedofilie. Voor zover er in hoger beroep uitspraak is gedaan, werd voor degenen die naar Tunesië gereisd zijn de deelname aan een criminele organisatie, die reizen ten doel hebbend, wel bewezen geacht. Voor wie niet gereisd had werd dit niet bewezen geacht. De uitspraken waren daarom ten dele ook minder mild, deels inclusief tbs, maar wel steeds milder dan de eis was. Andermaal werd gezegd dat het om individuen gaat, niet om JON als zodanig. Hulp aan betrokkenenHet was in 2003 al duidelijk dat de niet-reizigers zich niet konden vinden in de daden van de reizigers, een minderheid binnen JON; in grote meerderheid staan de JON leden hier niet achter. Maar het zijn en blijven mensen. Een plotselinge huiszoeking is ingrijpend. Een plotselinge arrestatie nog meer. Zelfs het vrij komen kan ingrijpend zijn als men geen huis en geen baan meer heeft. Van huizen zijn de ramen ingegooid en de spullen gestolen. Waar geen huur meer betaald werd zijn de spullen weggedaan of op zijn gunstigst ergens opgeslagen. Voor wie dit nodig was, is een klein team gevormd van mensen die schreven, op bezoek kwamen en verder waar nodig behulpzaam waren. Voor enkelen, die verder geen familie of vrienden hebben was dit de enige vorm van contact met en hulp vanuit de wereld buiten de muren. Web siteDe JON web site is dit jaar ruim 20.000 maal bezocht: ruim 50 maal per dag gemiddeld. Bezoekers komen van overal, want de site is zeven-talig. Er is kennelijk behoefte aan informatie. De teller staat op ruim 120.000 bezoeken sinds begin 2001. Een 30.000 per jaar dus, ruim 80 per dag. Chat listJon had een chat list, JonChat genaamd, Nederlandstalig, voor wie verder weg woonde, bijvoorbeeld in België. De lijst was besloten; men kwam er op na een kennismakingsgesprek of, voor wie ver weg woonde, een serie e-mails. De deelname nam echter dermate af dat al ruim voordien besloten was deze list per 1 juli 2004 te sluiten. Het bleek dat men bang was voor afluisteren of infiltratie. InfiltratieNaderhand bleek dat de vrees van sommigen voor infiltratie terecht was: mevrouw Van E. postte wijd en zijd, aan allerlei autoriteiten, persoonlijke bijdragen aan deze lijst, gepost vanaf medio 2003. Men kon immers, als men verder weg woonde, op de lijst komen met een ‘mooi verhaal’ en dit is kennelijk gelukt. Eerlijkheid en respect voor privacy was hier dus afwezig. Was de toenmalige leiding van JonChat naïef? Kennelijk, maar wie verzint nu zoiets? Hoewel … In onze jaarverslagen van 2001 en 2002 [*] berichtten wij hier al over onder het kopje "Geheime tegenwerking". Mevrouw speurt informatie na en bericht dan bijvoorbeeld de werkgever. Dit is ook in het afgelopen jaar gebeurd, zij het met een oud-JON-lid. Het kostte iemand een baan.
Mevrouw verwijt JON een gebrek aan openheid, hoezeer zij zelf ook in het geheim werkt, omdat de ledenlijst haar niet bekend is. Dit blijft dus zo. En over openheid gesproken, zie de web site van JON met de 21 levensstijlen in zeven talen, elk ontleend aan JON leden. De financiënAan de jaarrekening is te zien dat JON zichzelf bedruipt waar het de kosten betreft. Ook kan men zien dat het contact houden met vastgezette mensen en het verstrekken van informatie aan hen en andere betrokkenen en hun advocaten de nodige kosten voor reizen, kopieën en porti met zich meebrengt. Er wordt daarom weer om bijdragen van leden gevraagd: er is een negatief eindsaldo. Jaarrekening JON 2004
Beleidsplan 2005Waar en zolang nodig zal de hulp aan de mensen met juridische problemen worden voortgezet. Dit houdt niet in dat wij hun daden goedkeuren, het houdt slechts in dat zij medemens zijn en blijven. De gespreksbijeenkomsten zullen worden voortgezet. Omdat er in het afgelopen jaar veel mensen zijn weggegaan (voornamelijk uit angst) en weer anderen zijn bijgekomen, is de verwachting dat deze mensen, nu nog een vrij los verband van individuen – soms ronduit individualisten – in de loop van het jaar toch weer een stabiele groep gaan vormen die het ‘elkaar helpen’ waar kunnen maken. De kenningsmakingsprocedure zal iets langduriger en iets scherper worden; men zal eerst thuis bezocht worden. Men zal gevraagd worden ook over het eigen verleden open te zijn en een pasport te laten zien. Men zal gevraagd worden de gedragscode te ondertekenen. Ook zal nauwkeuriger gekeken worden of men met zelfhulp geholpen kan worden of dat men andere vormen van hulp nodig heeft. Dit geldt ook als we eenmaal onderweg zijn. De wijze van werken blijft de zelfhulpmethode. Deze zal in de loop van dit jaar ook op papier nader worden beschreven, zodat mensen de methode kunnen leren kennen. De methode is, terzijde, wijd & zijd verspreid en in gebruik voor tal van problemen, van zwangerschap, via suikerziekte t/m de problemen met psychisch gestoorde ouders dan wel al dan niet door suïcide overleden familieleden. Het gesignaleerde algemene probleem kan JON als regionale zelfhulpgroep niet oplossen. Hiervoor zijn grotere verbanden nodig. Waar mogelijk zal JON, of zullen leden van JON, hier aan deelnemen. Er zijn publicaties in voorbereiding. Het is goed, denken wij, dat er in een tijd vol haat en fobie, vooroordeel, criminalisering en uitstoting, mensen zijn die elkaar weten te vinden, elkaar opvangen en zo nodig helpen en open met elkaar kunnen spreken over hoe sociaal en legaal te kunnen leven met hun gevoel. Goedgekeurd door de ledenvergadering op 15 januari 2005. Geschreven door Dr Frans E. J. Gieles
|