HET
KIND ALS VOORWERP
[Blz. 243] Wanneer
een volwassene de interactieve aspecten in zijn relatie met een kind ontkent,
gaat hij voorbij aan de invloed van zijn eigen gedrag, zijn bedoelingen en zijn
doelstellingen en weigert hij rekening te houden met de omgevingsvariabelen. Hij
maakt het kind tot object, in plaats van het als persoon te behandelen en houdt
geen rekening met het feit dat het om een kind gaat. Het kind vormt slechts een
punt op de agenda van de volwassene. Het
is in wezen hetzelfde probleem dat feministen ter discussie stellen wanneer het
gaat over de man-vrouw verhouding. Wanneer een man toenadering zoekt tot een
vrouw met niets anders in zijn hoofd dan dat ene agendapunt - seksuele
bevrediging - en voorbijgaat aan de waarden, behoeften, wensen, mogelijkheden en
persoonlijkheid van de ander, verlaagt hij de vrouw tot een object. De
geobjectiveerde persoon wordt daarmee vernederd, gekleineerd en machteloos
gemaakt. Het feminisme heeft ons voorgehouden dat dit een vorm van onderdrukking
is, waarbij de persoon in kwestie tot slachtoffer wordt gemaakt. In dit geval
gaan retoriek en werkelijkheid samen. De mannelijke overheersing heeft bij
vrouwen diepe, blijvende en vaak verwoestende wonden nagelaten. Wanneer
men het kind wil behandelen als iemand met eigen specifieke rechten, dient de
volwassene zich duidelijke bewust te zijn van zijn eigen machtspositie en van
zijn vermogen het kind te domineren en te sturen. De volwassene dient goed zicht
te houden op zijn eigen doelstellingen, vooronderstellingen en gedrag ten
opzichte van het kind en zich bewust te zijn van zijn potentiële vermogen het
kind te beïnvloeden. Zo niet, dan wordt het onvermijdelijk tot voorwerp
verlaagd. Het is even tragisch als vreemd dat pogingen die erop gericht zijn om
dat te voorkomen er uiteindelijk toe leiden dat dat juist wel gebeurt. Het
stimuleren van de persoonlijkheid van een kind vergt meer van ons dan we nu
plegen te geven.
|