JON & JORis West
"JON
en JORis West zijn er voor mensen die merken dat zij
verliefd kunnen worden op kinderen of jongeren, maar die dit gevoel
niet of niet meer willen omzetten in seksuele daden met kinderen." |
||
Jaarverslag 2022 Van 1 dec 2021 tot 1 dec 2022
De leden Op 1 december, het einde van dit verslag jaar, heeft de groep Oost 10 leden die merendeels trouw naar de groep kwamen. West heeft er nu 14, die wisselend aanwezig waren, op een kleine vaste kern na. Twee leden kwamen met regelmaat zowel naar Oost als naar West. Enkele voormalige leden, juist de jongere, vertrokken met 'Ik red mij nu wel'. Enkelen meldden zich opnieuw aan voor de groep en/of individuele contacten. Daarnaast zijn er individuele contacten, deels naast de groep, deels in plaats van de groep. In 2022:
Tellen we deze laatsten niet dubbel, dan komen we nu op 25 personen; tellen we de 5 dit jaar vertrokken leden erbij, dan komen we op 30 personen die JORis dit jaar wist te bereiken. Voormalige leden bellen later nogal eens op. Juist als het goed gaat, is dit prettig om te vernemen, zoals onlangs nog: 'land, paspoort, huis, vrouw, twee kinderen.' Er waren ook enkele personen die zich wel aanmeldden maar niet in de groep kwamen. Twee van hen verschenen zelfs niet voor een eerste kennismakingsgesprek; met een ander is wel individueel gesproken, maar deze meldde zich weer af met de markante reden: "Sinds ik van de drugs af ben, is het probleem [vallen op jonge meisjes] verdwenen." De bijeenkomsten De groep West komt bijeen in een gebouw waartoe wij een zondag per maand toegang hebben. De Corona crisis maakte zo'n bijeenkomst in december en januari niet mogelijk. In februari was het mogelijk in kleinere subgroepen twee maal bijeen te komen bij een van de leden. Vanaf maart kon de groep weer als geheel samenkomen. Hiertoe besloot de groep ook: als geheel bij elkaar blijven komen. De groep Oost komt bijeen in een particuliere huiskamer. Vanaf december gebeurde dit twee maal per maand in kleinere steeds wisselende subgroepen. Dit beviel de leden zo goed, dat de groep Oost besloot dit te blijven doen. Een kleinere groep biedt meer rust, minder prikkels, en meer tijd per persoon, wat de diepgang van de gesprekken bevorderde. Er zijn vlotte sprekers, maar ook mensen die naar woorden moeten zoeken. In beide groepen zijn nu ook vaak engelstaligen aanwezig; deze krijgen voor zover nog nodig een tolk naast zich. Een doof persoon krijgt op een laptop naast zich een samenvatting te zien van wat er besproken wordt. Twee personen komen met de invalidetaxi. Het voorkomt eenzaamheid en isolement. Ook horen we vaak zeggen: "Daarover kan ik alleen hier spreken." Het zijn en blijven zelfhulpgroepen. Het feit dat men vrijuit kan spreken voor geduldig en empathisch luisterende oren is al een waardevolle vorm van hulp. De gespreksleider is geen therapeut, maar een bewaker van een goed gesprek. Hiertoe bestrijdt hij reacties als "Ja, maar ik ..." of "Ja maar, dan moet je ook ...". Eerst maar eens goed luisteren, vragen stellen, begrip en empathie tonen. Later komt men dan zelf wel uitvoerig aan het woord. Andere basisregels zijn 'Niet oordelen' en 'Geen ongevraagde adviezen geven'. Dit wordt gewaardeerd door mensen die zeggen al te veel hulpverlenerstaal gehoord te hebben in de GGZ. Daarover horen we ook klachten als: te weinig tijd, te weinig begrip, te weinig kennis; ook wel dat men zich gedwongen voelt om de visie van de therapeut over te nemen en dat de insteek te eenzijdig is gericht op Het Delict dat er was of vast wel zal komen, wat natuurlijk voorkómen moet worden. Zo'n klacht is ook "Met mijn depressie is niets gedaan". Het is 'nulde-lijns-hulp', ook nog eens gratis en desgevraagd met reiskostenvergoeding of subsidie, die dan van de vrijwillige donaties wordt betaald. Zie maar hier onder.
Toelichting: De hulp van de groep en van professionals Er zijn ook professionals die zich verbonden hebben voor snelle professionele hulp, desgevraagd dan. De vraag is: wees snel beschikbaar, werk zo mogelijk gratis of althans betaalbaar - en laat nu en dan je gezicht eens in de groep zien. Dit jaar echter zijn dit er twee minder, een door overlijden en een door pensioen. Er blijft dus behoefte aan deze professionals. Opmerkelijk is dat er in deze contacten nauwelijks gesproken hoeft te worden over de pedofiele gevoelens zelf, zeker niet als dit in de groep al kan. De groep kan meer: boosheid, frustratie, isolement en andere problemen kan de groep goed aan. Ook in de individuele contacten is het vaak genoeg al voldoende als er iemand komt, goed empathisch luistert, niet oordeelt en geen ongevraagde adviezen geeft. Mensen die al veel hulpverleners achter de rug hebben zeggen wel eens iets als 'Hallo, dat is hulpverlenerstaal. Daar heb ik al genoeg van gehad, daar ga ik van over mijn nek. Doe maar gewoon.'. Dit laatste blijkt dan verassend vaak genoeg al te helpen. Veel problemen zijn ook op die manier best op te lossen door iemand met voldoende tijd, levenservaring en empathisch vermogen. Wat dan ter sprake komt is vaak leeftijds-specifiek of situatie-specifiek. Zo hadden wij in de loop van dit jaar in de groep Oost een tbs-er wiens behandeling voltooid was en die dus voor de taak stond om opnieuw te integreren in de samenleving. Dit is niet eenvoudig met het dubbele label van 'tbs' en 'zeden'. De man had vanaf zijn tienertijd moeten leven met het label 'pedofiel'. Wij ontdekten al snel dat dit laatste niet eens het geval was. De man moest er ook even aan wennen dat dit label niet bij hem klopte. De man mocht de groep onbegeleid bezoeken en de groep had hiertoe het vertrouwen van de kliniek. Ook de twintiger of jonge dertiger die voor de taak staat zijn ouders gaandeweg losser te laten - en de ouders hun kind - kan best geholpen worden door een medemens met begrip voor die situatie en die taak. De ouderen onder ons kunnen een 'opa'-rol toegeschoven krijgen en tijdelijk op zich nemen. Op middelbare en oudere leeftijd komen er weer andere opgaven op het levenspad, zoals bijvoorbeeld de vaak zwaar belastende mantelzorg voor hun ouders. Intussen kan er best neven-problematiek zijn, al dan niet samenhangend met de genoemde gevoelens. Wij noemden al eerder:
Aan deze vormen van hulpverlening zitten ook grenzen. Probeer maar niet die 'pedofilie' er uit te krijgen, dat gaat niet lukken. Zo zijn er meer problemen die te diep in de persoon zitten en die zich niet laten veranderen. Denk aan autisme, maar ook aan - ik citeer - "een diepgeworteld wantrouwen tegen alles en iedereen", vermoedelijk diep geworteld door een vroege onveilige hechting. Het gaat dan om 'leren leven met'.
Kan de groep helpend zijn? In elk geval wel voor een al wat oudere man die duidelijk met zijn gevoelens omhoog zat. Voor de geduldig en aandachtig luisterende groep kon hij zich uiten. Eerst zijn verdriet in de vorm van een huilbui. We vroegen wat hem dan zo dwars zat. Na een stilte barstte hij los, schreeuwend en met zijn vuisten op de leuning van de stoel slaande, met twee woorden: "Die rotzooi!" ... Wat was die rotzooi dan wel? "Dat ik op mijn leeftijd nog naar kinderfilms zit te kijken!" Het hoge woord was er uit.
Niet de wet, maar de uitvoeringsregels inzake 'kinderporno' zijn sinds 2016 veranderd. Ze zijn niet soepeler geworden, maar beduidend strenger. Zo zijn o.a. de regels om huiszoeking te mogen doen versoepeld en de opsomming van wat er meegenomen mag worden verruimd. We citeren:
De bewoordingen van dit document komen in hoge mate, deels vrijwel letterlijk, terug in enkele recente aanklachten inzake kinderpornografie. Op hun beurt komen de woorden in het hierboven genoemde document overeen met de bepalingen in het Verdrag van Lanzarote, dat door Nederland in 2010 getekend is.
Deze regels zijn aan de beide groepen ter hand gesteld.
De reacties waren vaak verbitterd.
Opvallend vaak zijn het dan De Media die hier de schuld van krijgen. Deze berichten echter wat er in de samenleving zoal gebeurt en leeft. Dit was in dit jaar toch echt nauwelijks 'pedofilie'. Er werd verslag gedaan van enkele rechtszaken en misdrijven. Deze gingen dan over pedoseksualiteit, niet over pedofilie. Het cruciale onderscheid hiertussen wordt in toenemende mate ook in de media gemaakt. Wie mensen spreekt of iets wil schrijven, zou vooral dit cruciale onderscheid kunnen benadrukken.
De vorig jaren meldden wij het heroprichten van de PNVD, voorafgegaan door een mailinglist voor wie pro-(seksueel)-contact was. De samenleving reageerde hier sterk afwijzend op. Het OM heeft intussen enkele van de oprichters hiervan vervolgd voor "het voortzetten van de werkzaamheid van de verboden Vereniging Martijn", en wel publiekelijk en in groepsverband. De aanklacht vermeldt o.a. het bagatelliseren van de schade van seksueel contact met kinderen, het verheerlijken en promoten van zulke contacten, het scheppen van een subcultuur waarin dit normaal is, het seksualiseren van kinderen, en meer. De eerste strafzaken hebben in de loop van dit jaar plaatsgevonden en hebben tot veroordelingen geleid. Intussen is bekend geworden dat er enkele mensen, onder wie een met partner, het land verlaten hebben. In hun nieuwe land zijn zij echter herkend, geschaduwd door een particuliere actiegroep en aangeklaagd voor 'kindermisbruik', wat zij zelf ontkennen en wat door wie deze mensen kennen ook ongeloofwaardig wordt geacht. De verbittering is nu weer gevoed door de overtuiging dat zij alleen vanwege het hebben van een mening zo zijn belaagd. In JORis-kringen zijn wij het met hun mening vaak niet eens, maar wij delen de zorgen over de vrijheid van meningsuiting en de manier waarop zij belaagd zijn, vervolgd zijn en gevangen gezet zijn. Voor de zekerheid melden wij nog maar weer eens dat de JORis-groepen qua gedachtengoed, structuur, doelstellingen en werkwijze fors verschillen van die van de voormalige Vereniging Martijn en van de inmiddels weer opgeheven PNVD. Kijken we breder om ons heen, dan zien we een oorlog, een coronacrisis, een zorgcrisis, een klimaatcrisis, een stikstofcrisis, een migratiecrisis, een woningcrisis een politieke crisis, een (des)informatiecrisis en nog zowat meer, plus een groeiende polarisatie onder de bevolking. Kijken we naar de jeugd, dan zien we asielkinderen letterlijk in de kou en alleenstaanden onder hen letterlijk samengepropt zonder begeleiding. Voorts vernemen we dat alle kinderen en jongeren, van kleuters t/m universiteitsstudenten, kampen met eenzaamheid, somberheid en meer mentale en sociale problemen. Docenten vertellen ons dat die kinderen en jongeren ontregeld en vaak ook ongedisciplineerd in de schoolbanken terugkeren. Gesteld wordt dat kinderen en jongeren juist het meeste leren van het met elkaar omgaan en zich zo het beste ontwikkelen. Sommigen schatten deze schade zelfs als langdurig, terwijl de jeugdzorg kampt met te lange wachtlijsten door enorm gebrek aan personeel. De scholen hebben gebrek aan chauffeurs voor het leerlingenvervoer (vrijwilligers gevraagd?), meer nog aan jufs en vooral aan meesters. Wie, welke man, wil er nog met kinderen werken - en nog van ze houden ook ...? Dan is er nog die akelige toeslagenaffaire. Het bureau Diversion onderzocht de schade aan de kinderen aangebracht. "De stress, die boetes, aanmaningen, deurwaardersbezoeken en beslaglegging op de rekeningen ..."Dan waren en zijn er nog inrichtingen die nu onder felle kritiek staan omdat zij, in mijn woorden kortweg gezegd, de regels belangrijker vonden dan echt contact met de kinderen. Er speelt meer in onze huidige samenleving. Psychiater Marjan van 't Spijker, vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie schrijft in: Edwin van der Aa, 'Altijd op je mobieltje kijken kan je kind schaden' - Psychiater: problemen met hechting door gebrek aan aandacht; De Stentor, 14 oktober 2022: "Ouders moeten hun telefoon wat vaker wegleggen en echt contact maken met hun kroost. Overmatig bellen of appen in de buurt van jonge kinderen kan leiden tot psychische problemen op latere leeftijd." ...S.v.p. hechting dus en echt contact, geen eenzaamheid, 'iemand die er echt voor mij is'... die van mij houdt ...
Dr Frans E J Gieles, namens |