Reactie van een
respondent op het werkstuk van Désiré Palmen
Ik denk dat het onderzoek van Désiré
Palmen over het algemeen best nuttige conclusies opgeleverd kan hebben,
behalve nou juist waar het gaat om de relaties tussen kinderen/jongeren en
volwassenen. Even een paar kanttekeningen:
-
Literatuur
Het lijkt erop dat de
onderzoekster zich nauwelijks in de literatuur over positieve,
onschadelijke relaties tussen volwassenen en kinderen heeft verdiept. Het
enige - hypothetische - geval dat ze, voor zover ik heb opgemerkt, noemt
van onschadelijke seksualiteit van een volwassene met een kind, betreft
een vijftienjarige, terwijl vijftienjarigen vallen buiten de
"doelgroep" volgens haar eigen definitie van pedofilie.
-
Ethiek
Ze benadrukt zo dan ook wel
erg stellig dat pedofielen zich moeten onthouden van seksuele relaties en
wekt daarbij de indruk dat dit wat haar betreft niet primair of zelfs
uitsluitend, zoals de respondenten zelf aangeven, vanwege de
maatschappelijke reacties op de relatie zou moeten gebeuren, maar juist
ook vanwege "het respect voor de ouders en het kind". Er komt
ook geen enkele kritische noot rond de moeite van ouders met een positieve
relatie in het werkstuk voor, of ik moet er overheen hebben gelezen.
Dit
alles ligt volgens mij aan het feit dat ze zichzelf helaas enigszins
overschat lijkt te hebben wat betreft haar overzicht van de literatuur. Ze
gaat er vanuit dat ze voldoende weet wat er al bekend is rond pedofiele
relaties en bekent zelfs geïrriteerd te zijn geweest toen men haar op de
andere kant van de medaille wilde wijzen. Ze ervoer dit als een bepaalde
richting in duwen. Dat is natuurlijk erg jammer omdat er zo in haar
werkstuk in feite net als in de gangbare literatuur over misbruik,
e.d.,
nauwelijks aandacht wordt besteed aan onschadelijke en positieve
erotische relaties tussen volwassenen en kinderen. Wat dit aangaat, heeft
haar werkstuk zoals gezegd weinig tot niets te bieden.
Er wordt
bijvoorbeeld ook niet gedifferentieerd tussen verschillende seksuele of
erotische handelingen en evenmin wordt de ontwikkelingspsychologische
"adequaatheid" aangegeven van zulke handelingen voor
verschillende ontwikkelingsstadia van kinderen.
-
Onvolledige
weergave
In ieder geval op bepaalde
punten is ze onvolledig in het weergeven van uitspraken van respondenten
over hun eigen beleving en de relaties die ze zijn aangegaan. Ik heb zelf
bijvoorbeeld gezegd dat ik wel wist dat bepaalde kinderen in mijn
(platonische) pedofiele contacten zelf verliefd waren op mij en dat in een
geval "zelfs" terwijl ik zelf niet verliefd was op het betrokken
kind.
Dit soort dingen mogen überhaupt al niet ondergesneeuwd worden en
het is extra jammer als uitspraken hierover niet correct of onvolledig
worden weergegeven.
Verliefdheid is natuurlijk maar één positief gevoel
voor de volwassenen bij kinderen in positieve pedofiele relaties maar het
mag natuurlijk niet onvermeld blijven. Door dit wel te doen wekt Palmen
(waarschijnlijk onbedoeld) de indruk dat pedofielen die menen dat een kind
ook dol op hen is de situatie meestal verkeerd zullen inschatten. Het
impliceert daarmee een devaluatie van positieve pedofiele relaties tot
mogelijk niet veel meer dan projecties van pedofielen.
-
Niet
neutrale visie
Dit geldt ook over de visie
op de oorsprong van pedofiele gevoelens. Palmen doet alsof we hierover
allemaal ofwel in het duister tasten of impliciet een van de
pathologiserende theorieën uit de gangbare pedofobe literatuur aanhangen.
Bij mij was geen van beide het geval en dit heb ik ook duidelijk
aangegeven. Men kan in mijn visie ook pedofiele gevoelens hebben
ontwikkeld door positieve ervaringen met kinderen en dus niet alleen maar
door ontwikkelingsstoornissen en meer van zulks fraais.
Dit is zeker geen
gering verschil, omdat er kennelijk ook een neutrale of positieve visie op
de bronnen van pedofilie mogelijk is, die van belang is voor een positief
zelfbeeld en voor emancipatie van deze oriëntatie.
-
Blijven
houden van ...
Ook problematiseert ze de
mogelijkheid van een erotische vriendschap met een kind überhaupt omdat
de aantrekking na een tijd ophoudt bij de strikte pedo's. Terwijl veel
pedo's wel degelijk blijven houden van het kind als het ouder is geworden
en vice versa. Dit punt is alleen problematisch wanneer het kind door een
strikte pedofiel ten onrechte wordt voorgehouden dat de seksuele relatie
voor altijd is.
Ik heb zelf nog maar over een geval gelezen op internet
waarin iemand dat zijn vriendje ten onrechte had laten denken. In mijn
omgeving ben ik het verder niet tegengekomen. Het geldt zeker niet voor mijzelf in ieder geval. Ook niet voor platonische contacten dus (de enige
soort contacten die ik zelf heb gehad): Ik ga nog steeds om met mensen van
23 met wie ik bevriend raakte toen ze 12 waren.
-
Is
het kind er aan toe?
Dan schrijft ze
Dit is incorrect omdat het zeker niet
voor deze respondent geldt. Sterker nog, ik zou me niet eens kunnen
voorstellen dat een lagere schoolkind of tiener dat niet zou kunnen
aangeven, tenzij het doofstom of anderszins gehandicapt is.
-
Vrouwen
Tot slot beweert Désiré
Palmen nog dat er nauwelijks iets bekend zou zijn over vrouwelijke pedo's,
terwijl ikzelf en anderen haar daar wel op gewezen hadden. Ze kent het
boek "Op een oude fiets moet je het leren" zo te zien niet,
evenmin als de sites (met name "Female
Child Love") die helemaal aan dit onderwerp gewijd zijn. Door juist
aan te geven dat er ook vrouwelijke pedo's zijn had de mythe kunnen
worden doorbroken dat pedofilie een specifiek mannelijke
"afwijking" zou zijn en zo had er nog gemakkelijker een
bijdrage geleverd kunnen worden aan algemene positieve modellen van het
ontstaan van pedofiele gevoelens.
Moed,
respect, waardering
Deze op zichzelf misschien
ongezouten kritiek neemt niet weg dat Désiré Palmen heel moedig is geweest
door zich überhaupt met dit taboe bezig te houden. De genoemde
onnauwkeurigheden of onvolledigheden kunnen geweten worden aan de tijdsdruk waar
zij onder stond in combinatie met onbewuste doorwerking van het taboe zelf.
Dat ze vindt dat pedofielen in ieder geval mensen zijn, met morele
overwegingen en niet per definitie ziek, is een enorme verademing in deze
duistere tijden van hysterie en vervolging. Ze verdient dan ook ondanks mijn
kanttekeningen wat dit betreft veel waardering en erkentelijkheid en bovendien
tenminste het respect dat ze tegenover ons getoond heeft. Met wat minder
tijdsdruk en wat meer literatuurstudie had ik bovenstaande kanttekeningen
wellicht niet eens hoeven maken.
|