[ Start ] [ Omhoog ]
"Het meewerkende slachtoffer"
Agustín Malón; 2009
Onderzoek naar erotische ervaringen tussen minderjarigen en volwassenen bereikte
het hoogtepunt in het laatste derde deel van de 20e eeuw, met de opkomst van het
huidige ‘seksueel misbruik’ model. In die jaren werden, vooral in het Westen,
seksuele contacten en relaties als vreselijke daden gezien, tot op het dramatische af,
wat leidde tot de ontmenselijking, zelfs demonisering van de betrokken
volwassenen. Het gevolg is dat al deze ervaringen, zonder uitzondering, worden
beschouwd als ernstige strafbare feiten, met ernstige persoonlijke en juridische
implicaties.
Een cruciaal punt in dit model is dat alle betrokken minderjarigen alleen werden
gezien als onschuldige slachtoffers zonder enige eigen verantwoordelijkheid of
zelfs een eigen rol in het gebeurde.
Dit artikel is bedoeld als een overzicht van literatuur hierover, de ontwikkeling
ervan in de laatste fase van de 20ste eeuw, namelijk de overgang van het
aanvankelijk erkennen van de actieve, vrijwillige en erotische deelname van het
kind, op zijn minst in sommige gevallen, naar een massale ontkenning en
herdefinitie van deze deelname.
Dit artikel beschrijft de historische evolutie van de kijk op en de behandeling van
dit type ervaringen. We verdiepen ons in de geschiedenis van de wetenschappelijke
kennis over kinderseksualiteit en de erotische ervaringen tussen kinderen en
volwassenen, teneinde een beter begrip te krijgen van onze huidige manier van
omgaan met deze ervaringen, en wel vanuit een cultureel en historisch overzicht.
1. Het volledige artikel staat hier:
< https://www.ipce.info/library/journal-article/participating-victim-article
>, waaronder een .PDF-versie.
2. De literatuurlijst is opgenomen in een apart bestand:
< https://www.ipce.info/library/journal-article/participating-victim-references >
3. "Quotes from ...." dit artikel staan hier:
< https://www.ipce.info/library/journal-article/malon-participating-victim-quotes >
4. Dit bestand is hier vertaald als: "Citaten uit Malón's "Het meewerkende slachtoffer".
Het is hier geplaatst als een .PDF document: < malon_citaten >.
Hieronder staat een inleidende sterk ingekorte samenvatting van Malón's artikel.
Malón beschrijft de geschiedenis van de omslag die rond 1980 heeft plaatsgevonden, die
-
van 'het kind dat actief deelnam aan seksuele contacten met volwassene, dat dit ook wilde en vaak genoeg ook positief beleefd heeft'
-
naar 'het kind dat alleen maar beschadigd slachtoffer kan zijn en dit niet gewild kan hebben'.
Malón doet dit helder en creatief, namelijk aan de hand van zes kernbegrippen die de visie op het kind in de betreffende periode weergeven: A t/m F in de periode tot rond 1980. Daarna geeft hij de verandering weer met behulp van dezelfde zes kernbegrippen A t/m F, maar nu anders verwoord en ingevuld.
Malón geeft aan dat het vooral David Finkelhor is geweest die met zijn vele publicaties die verandering op gang heeft gebracht. Wat hij van de tweede periode beschrijft, is dus in feite vooral een weergave van het gedachtengoed van Finkelhor. Hiermee doet hij ons dus een plezier: dan hoeven we dit niet allemaal op te zoeken en te lezen.
Hieronder kort de eerste periode
-
A: Het kind als een erotisch wezen
Kinderseksualiteit bestaat, zag ook Kinsey, en is een normaal aspect van de menselijke natuur.
-
B: Het seksueel vroegrijpe kind
Dit kan wel zo zijn, maar het is dan toch een uiting van een verstoorde seksuele ontwikkeling.
-
C: Het ‘schuldige’ kind
In deze historische periode werd het kind beschouwd als meer verantwoordelijk
voor zijn of haar gedrag, dus ook van erotisch gedrag, dus kon het kind worden
beschouwd als een seksuele delinquent.
-
D: Het kind tegen de samenleving
Het kind wist best dat wat hij deed, niet mocht, maar deed het lekker toch en vertelde er mooi niets van aan ouders of anderen.
-
E: Het kind op zoek naar contact
Het kind zoekt genegenheid en aandacht, bijna altijd het gevolg van een gebrek aan aandacht
binnen het gezin zelf.
-
F: Het ‘vrijgesproken’ kind
De erkenning
van het feit dat sommige kinderen eraan meewerkten, betekent nog niet dat al die
initiatief nemende kinderen ook 'kleine perverselingen' zijn, noch ook dat zij
‘verknipte kinderen’ zouden zijn - of zich schuldig moeten voelen.
Hieronder kort de tweede periode
-
A: Van het erotische kind naar het erotisch infantiele kind
Finkelhor: De strijd tegen seksueel misbruik impliceert geen afwijzing van legitieme erotische
ervaringen tussen leeftijdsgenoten. Dit impliceert dat kinderseksualiteit gelegitimeerd
kan blijven rechtmatig onder gelijken, maar nooit met oudere personen.
-
B: Van het seksueel vroegrijp kind naar traumatische seksualisering
Voor Finkelhor was kinderseksualiteit geen probleem, zelfs iets
positiefs, behalve wanneer het gaat om kinderen en personen die beduidend ouder
zijn.
Die traumatische seksualisering zou een proces waarbij het kind de seksualiteit, in
termen van houdingen en gevoelens, op een onjuiste en desintegrerende manier
ontwikkelt, met als gevolg schadelijke korte- en lange-termijn-effecten.
-
C: Van het ‘schuldige' naar het 'onschuldige' kind
Nooit zouden zij kunnen verlangen een dergelijk contact. Als
zij dat contact niet hebben vermeden of verbroken, dan was omdat ze dit niet
konden of niet wisten hoe dat te doen.
In de zeldzame gevallen waarin het er toch op kon lijken dat zij dit zelf “wilden”,
dan moest dat ‘verlangen’ toch echt wel het gevolg zijn van indoctrinatie of
verleiding.
-
D: Van het kind tegen de samenleving naar de samenleving tegen het kind
Het “slechte of opstandige kind” zou dus pas na en ten gevolge van een
seksuele ervaring tevoorschijn komen; nooit vóór die ervaring, en nooit als een
mogelijke verklarende factor voor het aangaan van die ervaring.
-
E: Van het contact zoekende kind naar het kind dat benaderd wordt
... namelijk door een slechts op seks beluste volwassene.
De behoefte van het kind affectie, aandacht en meer, wordt nu een van de
"risicofactoren."
We zien hier een verschuiving van opvatting, waarbij deze risicofactoren van de
oorzaken tot de gevolgen van seksueel misbruik werden beschouwd.
-
F: Van het ‘vrijgesproken’ kind naar het boven iedere twijfel verheven kind
Finkelhor: Het is belangrijk om te benadrukken dat echte oorzaak, dus de
verantwoordelijkheid voor misbruik ligt bij de daders. Alle onderzoek wijst erop
dat het de daders zijn die de seksuele activiteit beginnen.
Het nieuwe model: 'Seksueel misbruik', 'Slachtoffermodel' alias 'Victimologie'
Malón: Victimologie is een pseudo-wetenschap, die ‘wetenschappelijk’ prestige geeft aan
het slachtoffermodel en die voorheen onbekende ethische grenzen stelt aan
seksualiteit, vooral aan de seksualiteit van kinderen, en die nu een
voorkeursbehandeling krijgt in de sociale wetenschappen, in de financiering en in
campagnes tegen eerdere en huidige onderzoekers als hun bevindingen in
tegenspraak zijn met dit nieuwe dogma.
Malón wijst er nog op dat het nieuwe model ook samenhangt met het type onderzoek dat er verricht wordt. Het oudere onderzoek was vooral kwalitatief: de verhalen van een relatief klein aantal mensen werden onderzocht; generalisering is dan niet mogelijk. Het nieuwe model steunt vooral op kwantitatief onderzoek, waarin men werkt het grote steekproeven en een gering aantal begrippen of factoren die dan gemeten worden, wat generalisatie dan wel mogelijk maakt. Cruciaal is dan natuurlijk welke mensen, begrippen of factoren men onderzoekt, hoe men die definieert en welke vragen men zich stelt.
Ook bepleit hij aandacht voor de historische dimensie, de manier van kijken die ook in acht neemt hoe hier vroeger over is gedacht. De mensen van toen waren niet gek of dom; zij dachten anders en zagen hun gedachten ook bewezen.
[ Start ] [ Omhoog ]
|