Start ] Omhoog ]

De pedofiele relatie

F. Bruinsma, in: Handboek kinderen en adolescenten, 19 januari 1993

  • F. Bruinsma is als psychiater-seksuloloog verbonden aan de Rutgers Stiching te Utrecht en heeft als jeugdpsychiater-psychotherapeut een eigen praktijk te Utrecht. Doet onderzoek naar jeugdige zedendelinquenten.

Inleiding

In 1983 kon nog een boek over pedofiele relaties verschijnen, waarin die relaties door de schrijfster positief benaderd worden (Möller, 1983). De vraag rijst of een dergelijke relatie ook altijd in het belang van het kind is. Mede onder invloed van de vrouwenbeweging is duidelijk geworden welke traumatiserende gevolgen seksueel contact met kinderen kan hebben. 

Sandfort (1986) vond echter bij zijn onderzoek dat seks tussen een volwassene en een jeugdige voor de laatste ook een positieve ervaring kan zijn. Hij onderscheidt pedofilie van pedoseksualiteit, waarbij er alleen bij pedoseksualiteit sprake is van seksueel misbruik.

Als de seksuele relatie tussen de volwassene en het kind bekend is geworden, zijn de gevolgen nogal eens gerelateerd aan de reacties van de omgeving, de ouders, de politie, de media en anderen. Het kind, de volwassene en de pedofiele relatie kunnen dan gemakkelijk slachtoffer worden van maatschappelijke stigmatisatie .

Iedereen heeft het recht zijn seksualiteit te beleven op zijn eigen individuele manier, maar iedereen is ook verantwoordelijk voor wat hij met zijn geaardheid doet en voor wat de consequenties van zijn gedrag voor de ander zijn.

Ontucht is een strafrechtelijk begrip, hoewel het Nederlandse Wetboek van Strafrecht spreekt van ontuchtige handelingen, aanranding of verkrachting. Ik gebruik de term ontucht als ik bedoel seksueel misbruik van kinderen. Overigens kan bij ontucht met een kind in moreel, in tegenstelling tot juridisch, opzicht alleen het slachtoffer aangeven of er sprake is van seksueel misbruik. Het probleem is alleen dat een jong kind dit over het algemeen niet goed onder woorden kan brengen.

Pedofilie en een pedofiele relatie zeggen in tegenstelling tot ontucht meer over de motieven van de volwassene dan over het kind. Daardoor kan er bij een pedofiel contact voor het kind sprake zijn van ontucht, ook al is dat in het geheel niet de bedoeling van de volwassene. 

Maar in sommige, en naar het idee van de werkgroepen pedofilie van de NVSH in bijna alle, gevallen heeft het kind geen last van een seksueel contact met een volwassene, als de laatste goed omgaat met zijn geaardheid. Integendeel, juist de onderdrukking van de eigen  seksualiteit van het kind leidt tot een geremde ontwikkeling en tot stoornissen, is hun mening.

Pedofilie

Een pedofiel valt op kinderen. Deze uitspraak lijkt simpel, maar men kan onderscheid maken tussen heel verschillende pedofielen. 

  • Zo is in de eerste plaats van belang in hoeverre seksuele motieven bij dat 'vallen op' een rol spelen en in hoeverre meer emotionele redenen als 'kind met de kinderen zijn' doorslaggevend zijn. Dat verschil heeft zeker gevolgen voor de context van de pedofiele relatie en daarmee voor het kind. 

  • In de tweede plaats zijn er pedofielen die alleen op jongens of op  meisjes vallen, en anderen die op beide gericht zijn. 

  • Daarnaast is er ook een grote groep die zowel op kinderen als op volwassenen georiënteerd is. 

  • In de tweede plaats vallen sommige pedofielen alleen op een bepaalde leeftijdscategorie, terwijl anderen meer gericht zijn op bepaalde uiterlijke of karakterologische kenmerken.

Tenslotte kan seksualiteit, zoals elke emotie, worden onderscheiden naar 

  • gedrag, 

  • belevingen inclusief fantasieën en 

  • identiteit. 

Ook bij de pedofiel hoeven deze drie niveaus van seksualiteit niet samen te gaan. Zo zal het in sommige gevallen blijven bij voorzichtige strelingen, in andere gaat het om wederzijdse masturbatie, orale, coïtale of anale seks. Jongens worden minder gestreeld dan meisjes. Bij hen is het contact veel meer genitaal gericht.

Aan het begin van deze eeuw werd pedofilie voor het eerst als een psychiatrische stoornis beschouwd (Krafft-Ebing, 190I). Het bekende psychiatrische classificatieschema DSM III -R (1987) spreekt van pedofilie als aan de volgende criteria wordt voldaan.

  • Over een periode van ten minste zes maanden is er sprake van een steeds terugkerende seksuele drang en seksuele fantasieën over seks met een kind, over het algemeen van 13 jaar of jonger.

  • De persoon heeft deze drang in de praktijk gebracht of wordt er in ernstige mate door gehinderd.

  •  c De persoon is 16 jaar of ouder en het / de betreffende kind(eren) is / zijn ten minste vijf jaar .jonger .

De vraag rijst echter of een psychiatrische diagnostiek ons veel verder brengt in het inzicht naar de achtergronden van een pedofiel en de pedofiele relatie. De meeste pedofielen zullen hun geaardheid niet als psychiatrisch bestempelen.

Vóórkomen

Er zijn geen gegevens bekend over het aantal volwassenen dat een pedofiele voorkeur heeft.  Het beroemde Kinsey-rapport gaat wel in op buitenechtelijke seksuele contacten, op homoseksualiteit, op bezoek aan prostituees en op seksuele contacten met dieren, maar er wordt geen onderscheid gemaakt naar de leeftijd van de seksuele partner en de voorkeur daarvoor.

Over het voorkomen van seksueel misbruik van kinderen, vooral van meisjes, is de laatste jaren meer bekend geworden, maar de auteurs geven nogal wisselende percentages. 

  • Peters, Wyatt en FinkeIhor (1986) vonden dat een derde tot een vierde van alle meisjes, en een tiende van de jongens in hun jeugd seksueel misbruikt zijn. Dit zijn totaalcijfers, dus betreffende alle vormen van seksueel misbruik. Cijfers over seksueel misbruik in pedofiele contacten zijn echter niet bekend. Bovenstaande getallen willen evenwel niet zeggen dat er ook zoveel ontuchtplegers zijn. 

  • Abel en medewerkers (1986) vonden namelijk dat een ontuchtpleger met jongens buiten het gezin gemiddeld 150,2 slachtoffers maakt en met meisjes buiten het gezin 19,8. 

Hoewel deze bevindingen door anderen niet bevestigd zijn, kan men waarschijnlijk wel aannemen dat een ontuchtpleger verscheidene slachtoffers maakt, dus dat er veel meer kinderen slachtoffer van ontucht zijn dan er plegers zijn.

Aan de andere kant zal het aantal pedofiele contacten, waar niet van ontucht sprake is, veel groter zijn dan het aantal contacten waarbij kinderen seksueel worden misbruikt. Vooral jongens die op eigen initiatief seksueel contact met een volwassene hebben, zullen dit niet als seksueel misbruik ervaren.

Sandfort (1988) heeft met behulp van een steekproef Nederlandse jongeren onderzocht die aangaven seks met een volwassene te hebben gehad. Dat bleek 9,1 % te zijn. Men kan zich afvragen of dit percentage in feite niet hoger is, omdat de meesten dergelijke ervaringen over het algemeen niet gemakkelijk zullen vertellen.

Typologie

In Nederland en België is men over het algemeen huiverig mensen in te delen in typen, zeker als het een groep mensen betreft die gemakkelijk gestigmatiseerd dreigen te worden. Voor onderzoek van welke betekenis een bepaald gedrag heeft is een indeling echter wel degelijk zinnig.

Het is daarom belangrijk inzicht te krijgen in de vaak niet-uitgesproken of onbewuste motieven van de pedofiel tot de seks met een kind. Met die verschillende beweegredenen kan dan een indeling gemaakt worden die niet vanzelfsprekend tot een stigmatisatie hoeft te leiden. Dat[ laatste is in de Verenigde Staten meestal wel het geval, omdat de samenleving daar beduidend minder tolerant is dan in Nederland of België.

Geregredieerd of gefixeerd

De meeste typologieën maken een verdeling in zogenaamde gefixeerde en geregredieerde of situationele pedofielen. 

  • Groth (1987), een bekende Amerikaanse forensisch seksuoloog, noemt een pedofiel gefixeerd als hij vanaf de leeftijd van 15 jaar zich uitsluitend of grotendeels seksueel aangetrokken voelt tot een belangrijk jongere persoon, en deze aantrekking blijft bestaan, los van welke seksuele ervaringen hij heeft gehad. Vaak is er sprake van gebrekkige sociale vaardigheden met volwassenen en voelt hij zich meer op zijn gemak met kinderen, ook al heeft hij geen seks met hen. Hij heeft meestal met jongens contact. Er is geen sprake van gebruik van alcohol tijdens de seksuele contacten.
     

  • Er is sprake van een geregredieerd of situationeel seksueel contact met een kind, als de volwassene pas op latere leeftijd seksuele belangstelling voor kinderen is gaan krijgen. Meestal neemt het kind dan de plaats in van een volwassene met wie de 'pedofiel' geen contact kan leggen. Vaak is er ook een aanleiding om seks met een kind te hebben. Het kind kan een jongen zijn, maar vaker betreft het een meisje. Vaak is er alcohol in het spel. De volwassene weet over het algemeen niet goed met stress om te gaan.

Ook al doet de gefixeerde pedofiel het tegenover de jeugdige soms anders voorkomen, het is hem wel degelijk begonnen om de seks. Wel kan er in de loop van de tijd een hechte relatie met de jongen of het meisje ontstaan. Het gebeurt nogal eens dat dit leidt tot een vertrouwensrelatie, ook al is er geen seks meer omdat de volwassene niet meer valt op de ouder geworden jeugdige.

Een gefixeerde pedofiel heeft een soort van antenne voor welke kinderen emotioneel in de kou staan. Daardoor zoekt het kind in een dergelijk contact in het begin vooral steun, erkenning, bescherming en warmte. De seks neemt hij of zij over het algemeen op de koop toe. Maar als er, vooral bij jongens, ook sprake is van seksuele opwinding, dan kan de seks ook voor de jeugdige een belangrijke reden zijn om het contact met de pedofiel vol te houden. Het kan echter tot onzekerheid over de eigen seksuele identiteit leiden. Maar tegenwoordig is men van mening dat een jongen van seks met een oudere man niet homoseksueel wordt.

Bij een pedofiel denkt men bijna altijd met een man van doen te hebben. Toch blijken nogal wat jongens seksuele ervaringen te hebben met oudere vrouwen. Maar in mijn praktijk als seksuoloog heb ik geen vrouwelijke gefixeerde pedofielen meegemaakt.

De seksuele ontwikkeling van jongens verloopt in de puberteit min of meer in tweeën gedeeld. Aan de ene kant kan hij erg verliefd op een ander zijn, maar deze gevoelens zijn vaak ontdaan van elke seksualiteit, in tegenstelling tot de seksuele fantasieën bij de masturbatie. Aan het eind van de puberteit vloeien deze beide lijnen normaliter samen, zodat de jongen ook kan vrijen met de partner op wie hij verliefd is. 

Waarschijnlijk door een minder sterke hormonale stimulatie en door een andere socialisatie verlopen de seksuele gevoelens bij het meisje in de puberteit veel meer synchroon met de intieme relatievorming. Daardoor gaat bij haar seks veel minder gemakkelijk een eigen leven leiden zoals dat wel het geval kan zijn
bij jongens, behalve als het meisje door vroegkinderlijke ervaringen niet in staat is tot het leggen van intieme relaties. 

Dat kan echter wel leiden tot op zichzelf staand seksueel gedrag als promiscuïteit, prostitutie en dwangmatige masturbatie, maar niet tot een zogenaamde parafilie, waarbij de specifiek seksuele voorkeur de enige methode is om seksuele opwinding te verkrijgen, zoals bij gefixeerde pedofilie. 

Bij seks van een vrouw met een kind zal er daarom meestal sprake zijn van het geregredieerde of situationele type. Dat is ook het geval als de oudere in een 'pedofiele relatie' verstandelijk zwakbegaafd is. Veel volwassen mannen voelen zich emotioneel meer op hun gemak bij kinderen dan bij leeftijdgenoten en vaak is dat ook omgekeerd. Vaak wordt een dergelijke man of vrouw gezien als een grote kindervriend.

Omdat de seks aanvankelijk bij een geregredieerde pedofiel niet het hoofdmotief tot het contact is, zullen de kinderen over het algemeen ook veel gemakkelijker met de seksuele handelingen om kunnen gaan. Als zij daar niet van gediend zijn, kunnen zij dat kenbaar maken. De volwassene zal dan op dat moment wel ophouden maar even later kan hij het weer proberen. In dat opzicht kan het voor het kind wel lastig worden om nee te blijven zeggen.

Bij incest, dus van seksueel misbruik binnen het gezin, is er sprake van afhankelijkheid. Daarom is het voor een kind in die situatie meestal ook traumatisch wanneer hij contact heeft met een geregredieerde pedofiel. Een gefixeerde pedofiel zal over het algemeen geen gezin stichten, tenminste als hij zich bewust is van zijn voorkeur en niet met voorbedachte rade
een huwelijk aangaat vanwege zijn seksuele voorkeur.

De nadelige gevolgen voor een kind van een pedofiele relatie met een volwassene (van het geregredieerde type) buiten het gezin worden over het algemeen meer veroorzaakt door de reacties van de omgeving als die er kennis van neemt. Omdat seks, zeker van een kind met een volwassene, in onze samenleving beladen is, reageert men met schrik, angst, verbijstering en woede. Daardoor is het moeilijk te luisteren naar het kind zelf en naar de betekenis van de relatie van het kind met de volwassene. 

Aan de andere kant zullen ouders in pedagogische zin normen en grenzen moeten stellen aan hun kinderen en dat geldt ook voor de seksualiteit, maar paniek is een slechte raadgever. Daarom is het beter om niet de nodige normen te stellen, juist als bekend is geworden dat een volwassene buiten een gezin met het kind seksueel contact heeft gehad.

Interpersoonlijk of narcistisch type

De in sociaal opzicht goed functionerende gefixeerde pedofielen komen meestal niet met de politie in aanraking. De jongen of het meisje zal geen aangifte doen, maar dat wil niet zeggen dat de jeugdige later geen nadelige gevolgen van de seksuele relatie zal ondervinden. 

Dat hangt er namelijk van af of de pedofiel het contact met de ander als primair beschouwt en de seks als secundair, het zogenaamde interpersoonlijke type, of dat het hem er alleen om gaat dat hij seks heeft, het zogenaamde narcistische type. 

In de laatste situatie komt er namelijk altijd een moment dat de jongere zich verraden voelt. Omdat hij zich hier pas heel geleidelijk van bewust wordt - hij wil het vaak ook niet weten omdat de illusie van een intimiteitsrelatie beter is dan de realiteit van eenzaamheid - zal de pedofiel vaak in het begin meer last hebben van schuld en schaamtegevoelens dan dat hij zich gaat misdragen,

Voor sommige, vooral gefixeerde, pedofielen maakt fantaseren over en daadwerkelijk ten uitvoer brengen van geweld een essentieel onderdeel uit van hun seksuele voorkeur voor kinderen. Gelukkig is deze groep niet groot. 

De agressie hoeft niet beperkt te blijven tot pijn willen doen, maar kan ook tot uitvoerige marteling en zelfs tot moord van het kind leiden.

Een kind dat feitelijk slachtoffer wordt van een sadistische pedofiel, zal hier later heel begrijpelijk veel last van hebben. Maar ook wanneer een dergelijke pedofiel alleen agressieve fantasieën heeft zonder dat hij die ten uitvoer brengt, dan zal het kind daar tijdens de seks met de oudere iets van voelen. Echter, juist omdat er geen sprake is van geweld, maar het kind daar wel iets van voelt, raakt hij verward. Hij kan geen verklaring vinden voor zijn gevoel van onzekerheid, waardoor hij later vaak last krijgt van allerlei angsten.

Op basis van een onderscheid van de verschillende soorten van pedofilie kan op deze wijze min of meer voorspeld worden wat de gevolgen van een pedofiele relatie kunnen zijn. Eerst wil ik ingaan op de verschillende theorieën over het ontstaan van pedofilie, vooral van de gefixeerde vorm.

Oorzaken

De wijze waarop men zich seksueel gedraagt is afhankelijk van een samenspel aan factoren. De zin in seks is biologisch, psychologisch en maatschappelijk bepaald, maar gedrag is niet alleen afhankelijk van de motivatie, maar ook of er zich een adequate situatie voordoet. Als het om seks met kinderen gaat, is het samenspel aan factoren moeilijk te ontwarren. De negatieve opvattingen hierover in onze samenleving vertroebelen een goede analyse. Bovendien wordt het verlangen naar seks met een kind onvoldoende onderscheiden van wat men daar seksueel mee doet.

Bij een geregredieerde pedofiel zal er meestal sprake zijn van een gebrekkige psychosociale ontwikkeling. Maar ook bij het gefixeerde type neemt men over het algemeen aan dat een pedofiel niet als zodanig geboren wordt, maar dat levenservaringen in zijn jeugd hem tot zijn voorkeur hebben gebracht.

Biologische theorieën spelen niet zo'n belangrijke rol voor de verklaring van pedofilie. Een minimale hoeveelheid van het mannelijk hormoon testosteron is nodig om seksueel geïnteresseerd te zijn, maar de seksuele voorkeur naar kinderen wordt niet bepaald door hormonen, evenmin door bepaalde hersenstructuren of afwijkingen daarvan. De seksuele oriëntatie is te vergelijken met de taalontwikkeling. Iedereen leert spreken, maar de taal is verschillend, afhankelijk van de taal die zijn ouders spreken.

Ten gevolge van vroegkinderlijke negatieve ervaringen kan de emotionele ontwikkeling vertraagd verlopen. Seks met kinderen kan in die gevallen in de puberteit een tijdelijke verlichting geven van gevoelens van eenzaamheid, van angst voor seks met leeftijdgenoten en van gebrek aan eigenwaarde. De seks met kinderen kan na de puberteit een eigen leven gaan leiden.

Hoewel de cijfers verschillen, blijken veel pedofielen in hun jeugd zelf seksuele contacten met volwassenen te hebben gehad. Als het kind die contacten als negatief heeft ervaren, dan wordt het latere verlangen naar seks met een kind meestal beschouwd als een compensatie, als een 'tuning the passive into the active', als een identificatie met de agressor. Het slachtoffer is dan meestal een jongen van dezelfde leeftijd als de volwassene was toen hij zelf misbruikt werd. Meestal was dat voor de puberteit. 

Als de jeugdige de seks met de volwassene plezierig heeft gevonden - vooral na het twaalfde jaar als het jongens betreft - dan ziet men zijn latere pedofiele voorkeur over het algemeen als een 'aangeleerde reactie'. De positieve seksuele ervaringen leiden ertoe dat men steeds vaker uiting geeft aan zijn seksuele verlangens. Bovendien zijn er geen gewetensremmingen. De pedofiel heeft immers destijds zelf als plezierig ervaren wat hij nu met het kind doet.

Een pedofiel kan opvattingen huldigen die een ander als een stoornis beschouwt, zoals 

  • 'een kind dat zich niet verzet, wil zelf seks', 'seks met een kind helpt dat kind beter om te gaan met seks', of 

  • 'de relatie met een kind wordt beter als er ook seks is', 

Dergelijke opvattingen maken een belangrijk onderdeel uit van het overschrijden van innerlijke drempels.

Op basis van het model van Finkelhor kunnen verschillende sociaal-psychologische theorieën over het ontstaan van pedofilie worden ontwikkeld (Araji en FinkeIhor, 1985). 

De geregredieerde pedofiel voelt zich emotioneel en sociaal te kort schieten tegenover volwassenen. In een enkele studie blijken pedofielen kinderen vanwege hun gebrek aan dominantie aantrekkelijk te vinden. Zij vertonen nogal eens een vertraagde emotionele ontwikkeling en zij hebben een laag gevoel van eigenwaarde. Pedofielen zijn in hun jeugd vaker seksueel misbruikt dan andere mannen. Uit twee studies blijkt dat sommige pedofielen sterk repressieve normen over seks hebben. Bij enkelen is er sprake van een psychopathische ontwikkeling, maar bij verreweg de meesten is dat niet het geval.

Gevolgen voor het kind in een pedofiele relatie

De gevolgen van een pedofiele relatie zijn grotendeels afhankelijk van de betekenis die de jeugdige geeft aan die relatie. Kinderen jonger dan 12 jaar zijn meestal niet in staat de seksueel volwassen betekenis van het contact te begrijpen. Bovendien is het van groot belang dat het kind zich vrij voelt, zowel tegenover zijn omgeving en ouderlijk gezin als tegenover de pedofiel zelf.

Bij het contact met een gefixeerde pedofiel zal de jongere geconfronteerd worden met de sterke (seksuele) dwang of drang van de pedofiel. Zo lang de pedofiel oog blijft houden voor het ontwikkelingsniveau, ook seksueel, van de jeugdige, hoeft de laatste er geen negatieve gevolgen aan over te houden. Soms ziet de jongere het ook achteraf als een positieve emotionele relatie, die tevens met seks gepaard ging, ook zonder dat hij zelf een pedofiele voorkeur hoeft te hebben.

Voor de omgeving van de jeugdige zal een dergelijke positieve relatie meestal moeilijk te aanvaarden zijn. Niet voor niets zeggen de meeste pedofielen aan hun 'partner' dat ze maar niets over hun oudere vriend aan hun ouders moeten vertellen. Deze geheimhouding kan overigens de jongere wel degelijk schaden, hoewel de relatie op zichzelf goed kan zijn.

Bovendien gaat het in een pedofiele relatie meestal om jongeren die in hun eigen ouderlijk gezin vaak onvoldoende emotionele steun krijgen. Vooral hun vaders zijn psychologisch of letterlijk afwezig, waardoor de pedofiel een vertrouwensfiguur wordt met wie de jeugdige in de puberteitsjaren veel kan beleven wat hij thuis mist.

Voor een kind beneden de leeftijd van 12 jaar is seks met een volwassene bijna nooit te plaatsen. Daardoor kan er geen positieve betekenis aan worden gegeven. Aan de andere kant is er ook in deze situaties vaak sprake van een emotionele of pedagogische verwaarlozing. Het betreft nogal eens kinderen die fysiek mishandeld waren of zelf al eerder seksueel misbruikt waren.

In alle gevallen waarin de jeugdige de relatie met de pedofiel als negatief of verwarrend ervaart, is er sprake van misbruik. De mogelijke gevolgen van een dergelijk contact worden in dit handboek beschreven in het hoofdstuk over seksueel misbruik buiten het gezin. 

Opvang

Als een hulpverlener wordt geconfronteerd met een pedofiele relatie, dan is het zijn eerste taak te luisteren naar alle betrokkenen: de pedofiel, de jongere en diens omgeving. De belangen van de partijen kunnen verschillend zijn. Daarom is in eerste instantie van belang welke betekenis de jongere zelf heeft gehecht en ook nu nog hecht aan het pedofiele contact Als die betekenis negatief of tegenstrijdig is, dan zal de jeugdige geholpen moeten worden met diens gevoelens van verwarring, machteloosheid, angst, eenzaamheid, gebrek aan zelfvertrouwen, schaamte, schuld en wantrouwen.

Soms, vooral als het een contact met een geregredieerde pedofiel betreft, is het nog belangrijker dat de heftige en begrijpelijke emoties in de omgeving tot rust komen. Voorlichting dat seks met een volwassene een vervelende ervaring kan zijn, maar niet traumatisch hoeft te zijn, kan goed werken. Dat is vaak niet het geval wanneer de ouders van de jongere in het verleden zelf ongewenst met seksualiteit zijn geconfronteerd. Dan is het een hele kunst om de ouders zowel te ondersteunen als hun kind adequaat te begeleiden.

Het doen van aangifte bij de politie is vaak een uiting van paniek. Beter is het om een melding te doen en pas later te bekijken of ook aangifte zinnig is. Wat er gedaan moet worden, hangt er in het bijzonder van af, op welk moment het jeugdige slachtoffer er zelf aan toe is om aangifte te doen. Bovendien is het maar zeer de vraag wat de effecten van aangifte bij de politie zijn. 

De pedofiel zal verhoord worden, maar alleen wanneer er sprake is van aantoonbaar seksueel misbruik, zal hij in Nederland en België worden vervolgd. Uiteindelijk zal een dergelijke justitiële machteloosheid voor iedereen onbevredigend zijn, zeker voor de jeugdige zelf. 

Aan de andere kant is het natuurlijk belangrijk te weten dat de meeste gefixeerde pedofielen door zullen gaan met de contacten met kinderen. Als zij echter hun
seksuele voorkeur willen leren beheersen, dan kunnen zij voor behandeling worden vervezen naar een seksuoloog of een seksuologisch instituut.

Als de gefixeerde pedofiel op kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar valt, dan zal vrijwillige behandeling over het algemeen gedoemd zijn te mislukken. Vaak zijn er echter in die gevallen meer aangiften bij de de politie gedaan, zodat dan wel tot vervolging wordt besloten. Een opname in een kliniek voor ter beschikking gestelden zal nodig zijn om een effectieve beheersing te bewerkstelligen.

Een pedofiel van het geregredieerde type moet geholpen worden met zijn of haar specifieke psychosociale tekorten. Liggen die op het terrein van de seksualiteit, dan kan er aan een verwijzing naar een seksuoloog worden gedacht. Maar meestal is een verwijzing naar een instituut voor psychosociale hulpverlening zoals in Nederland een RIAGG, meer aangewezen.

Literatuur

Abel. G. G., J. V. Becker, M. Mittelman, J. Cunningham-Rathner, J. L. Rouleau en W. D. Murphy, Self-reported sex crimes of nonincarcerated paraphiliacs. Joumal of interpersonal violence, 1987,2, 3-25.

Araji, S. en D. Finkelhor, Explanations of pedophilia: Review of empirical research. Bulletin of American Academy of Psychiatry and the law, 1985, 13-19

FinkeIhor, D., Child Sexual Abuse; new theory and research. Free Press, New York, 1979.

Groth, A. N., Patterns of sexual assault against children and adolescents. In: A. W. Burgess,
A. N. Groth, L. L. Holmstrom en S. M. Sgroi, Sexual assault of Children and Adolescents, Lexington, Lexington, 1987

Krafft-Ebing, R. V., Psychopathia Sexualis. Ein Medinisch-Gerichtes Studie. Ferdinand Enke, Stuttgart, 1901.

Möller, M., Pedofiele Relaties. Van Loghum Slaterus, Deventer, 1983.

Peters, S. D., G. E. Wyatt en D. Finkelhor, Prevalence. In: D. FinkeIhor (red.), A Sourcebook on Child Sexual Abuse. Sage Publications, London, 1988.

Salter, A. C., Trealing Child ,Sex  Offenders and Victims. Sage Publications, London, 1988.

Sandfort, T., Jongens over vriendschap en seks met mannen, SUA, Amsterdam.

Sandfort, T., Het belang van de ervaring. Publicatiereeks Homostudies, Utrecht 1988.

Start ] Omhoog ]