Nadenken over pedofilie Door Liam Frost, 2020 Toen de jongste nog levende broer van wijlen mijn vader contact met me opnam, schoffelde dat van alles in mijn geheugen op. Doden die beter begraven konden blijven, dan als spoken te gaan rondwaren. Het boek van Carolien Roodvoets 'Niemandskinderen - De gevolgen en verwerking van een onveilige jeugd' [*] is mij een prima hulp gebleken de spoken bij naam te noemen. Ze laten zich evenwel niet verjagen. [* Carolien Roodvoets; Niemandskinderen; Alta mira 2018, 13e druk; < ttps://www.bol.com/nl/p/niemandskinderen/9200000085090034/?s2a= >] Uit welke krocht van de hel komt pedofilie? Een pedofiel is immers een monster - zo, welke demon is er bij me in gevaren? Veertig jaar geleden wees een psycholoog de 'afwezige' vader als oorzaak voor mijn interesse in jongens. Dat gaat wel over als je een meisje leert kennen. Niet dus. Moeders rokken misschien? 'Hoe moet onze Liam ooit zelfstandig worden?' beklaagde moeder zaliger bij de psycholoog. Moeders rokken, die ongezonde symbiose - daar lijkt het wel op. Vanaf mijn tweede levensjaar, 1962, tot het jaar van de eerste maanlanding - ik weet dat nog precies - in de herfst van dat jaar, was het ouderlijk huis in twee kampen verdeeld. Er woedde een godsdienstoorlog. Die ging net zo lang door totdat vader er tabak van had - maar de vredespijp is nooit gerookt. De ouders maakten de vakanties leuk voor de kinderen, en vader moest overwerken om de goede Sint te kunnen betalen. Knap verborgen gehouden voor de buitenwereld maar dat knusse gezin was los zand. Ik heb er geen familiegevoel aan over gehouden, wel dankbaarheid voor wat ze voor me hebben gedaan, en de dingen die ik van ze mocht leren. In die acht jaar dat ik in moeders kamp zat was ik haar bondgenoot, en, zei de psycholoog, plaatsvervangend echtgenoot. Maar dat is niet de bron van mijn pedofilie/efebofilie. In mijn kinderjaren zijn er verschillende jongetjes geweest waar ik een diepe liefde voor voelde. Dat was geen verliefdheid maar het zat op een veel dieper niveau, zielsniveau, iets wat oeroud lijkt. In mijn dorp loopt een 17jarige rond voor wie ik hetzelfde voel. De capitulatie van vader herinner ik me nog goed. Plotseling was de sfeer in huis opgeklaard - en ik viel van de ene dag op de andere uit mijn sociale rol met alle verwarring bovenop de verwarring van de jaren daarvoor. Mijn leven bleef rustig tot mijn 13de, 12 jaar was het laatste jaar dat mijn haar nog goed zat. Toen werd ik zo neurotisch als een ui en begon mijn haren uit te trekken. Over al dat zenuwachtige gedoe zou ik pas na mijn 20ste heen groeien, haren uittrekken nooit (om welke reden ik me kaal scheer). Maar mijn leven was een puinhoop. Mijn eerste diploma zou ik halen op mijn 27ste - en pas na mijn 50ste kwam mijn leven in kalm vaarwater. - Mijn leven is nooit iets geweest en zou ook nooit iets worden ook; dat zag mijn vader heel goed, mijn moeder wou het niet zien. Wat zo rond mijn 14de op homofilie begon te lijken werd later pederastische belangstelling. Ik bleef aan moeders rokken hangen tot het eind van haar dagen - en kwam dus nooit aan volwassen relatievorming toe. Dat ik nooit de weg in de maatschappij heb gevonden is ook niet verbazingwekkend. Jammer voor al die goede studiecijfers - in richting kinderwerk. En een relatie met een vrouw zat er ook niet in, verliefdheid wel. Over pedofilie zelf kan ik kort zijn: Geen seks met kinderen beneden de 12 jaar. Bloot stoeien, samen in bad zitten, allemaal prima. Maar ga niet met een kind liggen vrijen. (Jonge)tieners vanaf 12 jaar, dat is een andere discussie. Dat is geen pedofilie maar efebofilie. Dat vraagt niet alleen wetgeving maar ook maatschappelijk draagvlak - en die zie ik niet komen. Overigens is het geen gelijkwaardige relatie wat de oudere heel goed moet begrijpen, zoals Robert Long in zijn lied 'Je bent nog maar 17 en ik 35'. [*] [* < https://www.youtube.com/watch?v=eEh0uIcGBms >.] |