Een persoonlijk verhaal 'Histoire personelle' vertaald Door: Meir Men zal mij ten goede moeten houden dat ik liever anoniem blijf. Men zal moeten rekenen met het klimaat dat heerst in de huidige discussie, en dat nu eenmaal niet al te welwillend en fijngevoelig is. Dat maakt het helaas voor mij onmogelijk voor het voetlicht te treden. Daaronder zou niet alleen ikzelf, maar ook degenen die mij lief zijn, te lijden hebben. Hier volgt dan mijn ‘histoire personelle’ Op het moment leef ik, iets wat niet vanzelfsprekend is. Een idyllisch huisje, een ruim budget en veel vrije tijd maakt het mogelijk het persoonlijk leefklimaat te bevorderen. Vroeger was dat wel anders, het leven was soms niet meer dan een schimvertoning. Ik leefde onecht. Mijn gepassioneerde verlangens naar jongens onderdrukte ik hevig. In plaats van mijzelf te zijn, jaagde ik als een Don Juan achter de vrouwen aan, en niet zonder succes! Het was echter niet meer dan een verwaten proclamatie. Nooit had ik het gevoel echt contact met deze vrouwen te hebben. Zij dienden voor mij als zelfbevrediging-door-middel-van-menselijk-gereedschap. Tijdens het kat-en-muis-spel gingen mijn gedachten en fantasieën altijd uit naar jongens, het liefst van die mooie blonden met lichtblauwe ogen. Uiteraard hield zo’n relatie nooit lang stand. Maar, in een tijd
waren mijn incapabele relationele vaardigheden ten aanzien van vrouwen niet opvallend. Zelf had ik er innerlijk echter nooit vrede mee. Het geweten vrat als een monster aan me en dwong me steeds verder in mijn rol als Don Juan. Van enige wezenlijke intermenselijke communicatie was eigenlijk geen sprake, zij het dan die van een lustbevredigende moeder-kind-relatie. De harde waarheid ... . . . kwam steeds sterker naar boven: ik ben niet in staat een vrouw buiten de meest primitieve moederrol van de babylustbevrediging werkelijk te ontmoeten. Ik ben niet in staat tot een echte volwassen relatie met een vrouw. En dat komt door het simpele feit dat de vrouw geen deel uitmaakt van mijn gepassioneerde verlangens. Van een jongen raak ik in vuur en vlam, passie breekt los en vanuit een intens verlangen smacht ik naar contact met zijn lichaam en geest. Sartre zei eens: “l’enfer c’est autrui” [*1] en hij had gelijk. Als je in een liefdesrelatie niet die heilige passie ervaart, dan is de ander de werkelijke hel. Een kille waarheid die ik uit ervaring moest leren…
Hoe dieper de relatie, hoe totaler het samenzijn. Totaal, dat wil zeggen het gehele mens-zijn omvattend; geestelijk en lichamelijk. Hierbij betreedt ik een terrein van voetangels en klemmen: de verhouding van lichaam en geest De Griek ziet het lichaam als de kerker van de geest. Mijn joodse wortels daarentegen zoeken een eenheid van lichaam en geest. Men kan beide onderscheiden, maar ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden als twee kanten van mens-zijn. Ik ben holist en geloof dus in de eenheid van het menselijk bestaan welke gestalte krijgt in de tweezijdigheid van lichaam en geest. Dit heeft verregaande consequenties voor menselijke relaties. Juist omdat deze relatie een relatie is tussen twee mensen, impliceert zij automatisch dat de menselijke essentiële tweezijdigheid van lichaam en geest daarin tot uiting moet komen, wil het werkelijk menselijke relatie zijn. Lichamelijkheid De laatste voetangel waarvan ik mij wil bevrijden voordat ik verder kan gaan met mijn histoire personelle is de betekenis van lichamelijkheid. Want wat is de inhoud van die lichamelijkheid? Al te gemakkelijk wordt lichamelijkheid met geslachtelijkheid geïdentificeerd. Om ‘l homme’ in stand te houden, is voortplanting nodig; voortplanting veronderstelt echter lichamelijkheid. Dat zou de reden zijn waarom de mens behoefte heeft aan een lichaam. De lichamelijkheid heeft in zichzelf dan blijkbaar geen betekenis, is alleen inferieur middel tot een noodzakelijk doel. Plato zou hiervoor applaudisseren. Voor mij is een dergelijk fysiek sektarisme echter onaanvaardbaar. Juist doordat lichaam en geest de twee zijden zijn van het menselijk bestaan, kan het lichaam de geest uitdrukken en kan de geest de weerspiegeling zijn van het lichaam. Mijn histoire personelle heeft geleerd dat de Don Juan allerminst een hoogtepunt van de mannelijke capaciteit is. Het was slechts een façade die ik met moeite heb kunnen overwinnen. Nooit was ik in staat zowel lichaam als geest aan mijn vrouwelijke partner te geven, in wezen was ik in de ontmoeting im-potent. Ik was een relatiegestoord mens. Zelf-acceptatie Inzicht doet de mens leren, wijsheid komt met de jaren. Nu leef ik naar mijn geaardheid als kindervriend. Eerst komt er een periode van acceptatie. Via mijn werk kwam ik in contact met een fijngevoelige en emotioneel intelligente vrouw. Zij hielp mij om mezelf te ontdekken en de levenskamer te openen. Ik moest Don Juan afdoen en mezelf leren kennen. Een proces van angst en strijd begon, maar zijn dat geen tekenen van leven? Hedonisme ten spijt, lijden hoort er ook bij! Jezelf aanvaarden betekent ook dat je uiting moet kunnen geven aan je gevoelens. Aangezien pedoseksuele handelingen ten strengste verboden zijn - en zeker binnen de gemeenschap die mij heilig is - is dat voor mij geen reële optie. Een vriend van mij liet mij enige ‘golden-boys’ zien, typische jaren ’70 films. Ik was totaal overbluft, zoiets had ik nog nooit gezien! Dat zoiets bestond… Aangezien communicatie zich ook buiten ons bewustzijn kan afspelen voelde mijn vriend haarfijn aan dat ik deze films wel ‘aardig’ vond. De moderne techniek bood de mogelijkheid om mij makkelijk van deze materie te voorzien. Het leek een ideaal genotmiddel, net als de onvolprezen quiche lorraine of de gigot d’agneau [*2] die mij ’s zondags werden voorgeschoteld door mijn moeder; en als kroon op de vervulling van mijn gastronomische, orale wensen, volgt dan een glaasje quetsch en natuurlijk de Cd-rom.
De oplossing leek geboden ... ... koop een degelijke video met televisie en computer. Ze staan nu te pronken in mijn werkkamer. Liefde gaat bij de man door de maag, het resterende deel van de liefde werd voor mij tot een ding, een object. Net als de delicatesse werd ze verschranst. Genuttigd wanneer het mij uit kwam. Ieder zal het er wel over eens zijn, dat een dergelijk levenspatroon alleen maar pathologisch kan worden genoemd. De verrassende mogelijkheid tot ontmoeting met de medemens was als Don Juan al tot beneden het dierlijk niveau verlaagd, maar nu is het nog een gradatie verder gezakt. Er is zelfs geen sprake meer van dierlijk niveau.. cynisch genoeg ligt dat vooral aan de menselijke vernuftigheid welke in mijn werkkamer als fallische symbolen (tv, video en computer) staan te prijken. Sartre had trouwens toch niet gelijk, l’enfer c’est l’absence d’autrui. [*3] De afwezigheid van de mens maakte mijn leven tot een hel!
Gelukkig houdt het verhaal hier niet op. Maar eerst de leerpunten. In mijn periode als Don Juan was er wel een vorm van ontmoeting aanwezig, maar ontbrak de inhoud. Er was geen sprake van een intermenselijke totaalrelatie. De vrouw bekoorde mij niet, seks met haar was voor mij surrogaat. Er was geen sprake van echt samen-zijn, maar juist van een eclatant alleen-zijn. Een collega en goede vriendin heeft mij de ogen daartoe geopend. Zij wilde geen seks, want ze miste iets in de relatie. Ik vond haar houding Victoriaans, maar zag later in dat ze gelijk had. Ze heeft mijn emotio verlicht. Op de goede weg, maar nog zijn er veel paden die regelrecht naar het schimmenrijk leiden. Helaas liet ik mij hiertoe verleiden en ben als een schim, een levenloos figuur gaan leven. Diepe eenzaamheid maakte mij meester. Bovendien ging ik de wereld seksualiseren. Kinderen (Golden Boys) waren voor mij tot seksobjecten geworden. In mijn fantasiewereld (synoniem voor schimmenwereld!) kon ik immers alles doen met ze wat ik wilde. Het werd tijd om uit deze erotomane wereld te stappen, maar hoe? Als je de richtingwijzers mist, zul je tegen de muur moeten lopen. Mijn ouders geboden mij te breken met deze neurotische handelingen, anders zouden ze contact met mij verbreken. Hoe ze erachter zijn gekomen is mij tot op heden nog een raadsel. Het contact met mijn ouders is niet zomaar iets. Ze maken deel uit van een groter geheel, een gemeenschap. Het zou mij mijn gemeenschapsband kosten, mijn joodse wortels. Dat was het mij niet waard, ik werd wakker. Nu dan de laatste episode van mijn leven Ik voel me rijk. Niet door mijn hoge bankrekening, de verworven status of mijn natura-bezit, maar door Ben-Joseph. Samen met hem voel ik mij volledig gelukkig, werkelijk mens. Hij doet mij leven. Ik kan niet beschrijven wat ik voor hem voel, er zijn gewoon geen woorden voor. Het klinkt als een gotspe, maar het is waar. We ondernemen veel samen en hebben een goede tijd. Voor het eerst voel ik dat die ander ook een persoon is, een geest waar je respect voor dient te hebben. Ik hou rekening met hem, met zijn persoontje. Dit maakt een werkelijke ontmoeting mogelijk, ondanks dat er van seks geen sprake is. Ik hoor Plato op de achtergrond alweer applaudisseren. U voelt wellicht de spanning, het verhaal zou zo wel erg mooi zijn, bijna utopisch.
Natuurlijk zijn ze er, het spanningsveld is reëel. We bevinden ons weer op het terrein van voetangels en klemmen, een terrein waar wel meer ‘seksuele perversen’ rondzwerven. Ik hou van Ben-Joseph en daarom wil ik hem niet seksualiseren. Hij is geen object, maar een persoon. Als ik masturbeer denk ik dus bewust niet aan hem. Om mijn aandacht af te leiden gebruik ik mooie erotische foto’s. Ik ben geen voorstander van kinderporno, het seksualiseert mijn denkvermogen. Zeker bij overmatig gebruik. Maar ik zie het als een noodoplossing. Zonder enige licht-erotische plaatjes zou ik fantaseren over de kinderen die mij lief zijn. Nu kan ik dat mooi gescheiden houden. Mocht pedofilie ooit aanvaardbaar worden, dan doe ik gelijk afstand van die noodoplossing. Sjalom, Meir |