Start ] Omhoog ]

Citaten uit

'Ook kinderen hebben een lichaam 

Kinderen leren omgaan met seksualiteit' 

Jean-Yves Hayez - Uitgeverij Lannoo nv, Tielt, 2005. Oorspronkelijke titel: La Sexualité des enfants; 2005

blz 42 - jong opgewonden

Een klein aantal kinderen kan niettemin al (erg) jong seksueel zeer opgewonden raken. Zij lopen alle kans terecht te komen bij oudere kinderen die seksueel erg vrijpostig zijn. Het minste wat we bij deze categorie jonge kinderen moeten erkennen, is dat ze hiertoe voorbeschikt zijn door een combinatie van fysieke factoren. Laten we ze dus niet onmiddellijk als 'verdorven' bestempelen.

blz 59 - "Ben ik soms pedofiel?"
 
Een adolescent van 14 jaar stelt op het forum Elsya ongerust een
vraag over zijn seksualiteit: 'Ben ik soms pedofiel?' Hij was babysitter
geweest bij een meisje van 10, 'dat voor haar leeftijd al vrij ontwikkeld was [...] en met wie ik goed kon opschieten [...]. Ze kwam op
een gegeven moment naar me toe en zei: ''Je mag mij aanraken als jij me
je piemel laat zien''.' En de jongen voegde eraan toe: 'Ik heb me laten
overhalen en ik vond het best leuk'. Vandaar zijn vraag.

blz 72 - ik ben bang dat ik pedofiel ben 

Robert (15 jaar) vraagt hulp aan seksuologen van het forum Elysa
omdat hij zich 'stomweg heeft laten doen' [...] 'en ik geloof dat het
slecht is. Ik speelde verstoppertje met mijn nichtje van negen, we
hadden ons op dezelfde plek verstopt, ze greep naar mijn penis en wreef
erover, daarna pakte ze mijn hand vast en liet me haar short en haar
slipje naar beneden trekken; ze wilde dat ik haar streelde en ik ben
gezwicht. [...] Na die eerste keer is het nog twee of drie keer gebeurd;
het is altijd zij die het vraagt en op het moment zelf vind ik
het prettig. Maar ik ben bang dat ik pedofiel ben.'

blz 105 - stigmatiseren

Het stigmatiseren van minderjarige misbruikers is een
modeverschijnsel geworden. De volwassenen die dit doen, gaan meestal
voorbij aan de onschuldige aard van de meeste seksuele contacten tussen
kinderen of hebben per se een zondebok nodig om hun eigen angsten te
bezweren. Ze ervaren kinderseksualiteit als een bedreiging van hun
machtspositie en van de gevestigde orde, of zien, vanuit hun bezitterige
ouderliefde, in elke jonge Romeo een concurrent aan wie ze hun kleine
Julia kunnen verliezen.

blz 106 - 'een misbruiker'?
 
Kinderen zullen altijd de grenzen willen overschrijden van wat
mag en wat niet mag. Dit geldt met name voor het absolute taboe op seks,
een taboe zoals dat in alle internaten heerst. 
Een preadolescent die
reeds een slechte reputatie heeft en die deze regel overschrijdt met
instemming van een jonger of passiever kind, misdraagt zich, maar
ik daarom niet meteen een misbruiker. Toch wordt daar bij officiële instanties vaak heel anders over gedacht. Meestal wordt zelfs
het kleinste verschil in status aangevoerd om degene die zich heeft
misdragen af te schilderen  als een misbruiker, met wie korte metten
moet worden gemaakt.

blz 107 - pappa's minnares

Het kind, dat zich aanvankelijk nergens van bewust is en passief
reageert, zal zich in sommige gevallen steeds dichter laten benaderen en
ten slotte toegeven. Andere meisjes begrijpen meteen wat er aan de hand
is en tonen interesse. Het verleidingsproces wordt dan wederzijds. Het
eind van het liedje is dat ze papa's minnares is geworden en daar trots
op is ook. Nu krijgt ze immers de affectie waar ze zo naar heeft
gehunkerd. Misschien is er wel een gevoel van triomf, omdat ze de plaats
van haar moeder heeft ingenomen. Misschien geniet ze op deze manier ook
werkelijk van haar ontluikende seksualiteit. Hoe schokkend het ook mag
overkomen, jongens en meisjes die zo'n 'perverse' relatie met een van de
ouders onderhouden, bestaan werkelijk.

blz 109 - ethisch dilemma

Is het jaloezie? Hebben we last van verdrongen schuldgevoelens?
Zijn we bang dat relaties van deze aard de gevestigde orde verstoren?
Hoe dan ook: de maatschappij komt ertegen in opstand, vindt het
abnormaal en drijft de geliefden uit elkaar. Als het leeftijdsverschil
tussen de partners groot is, wordt de oudste scherp veroordeeld. Van de
wanhoop en de eenzaamheid van de betrokkenen trekt de maatschappij zich
weinig aan, laat staan dat ze gedegen, warme alternatieven biedt. De
weinige hulpverleners die zich ruimdenkend opstellen, staan voor een
groot ethisch dilemma. Moeten zij de seksuele relatie, waarbij het
leeftijdsverschil te groot is veroordelen omdat de maatschappij dat ook
doet of begrip tonen voor elk specifiek geval? In het huidige klimaat
van 'heksenjacht' om zo veel mogelijk 'daders' aan de schandpaal te
nagelen, durft bijna niemand kleur te bekennen. Wat zou het trouwens
baten?

blz 151 - wederzijdse toestemming

Op het forum Elysa getuigt een adolescente van 16 ½ jaar over
incest met wederzijdse toestemming: 'Toen ik zo'n 8 of 9 jaar was, heeft
mijn broer (15 jaar) me mijn lichaam laten ontdekken. [...] Onze
spelletjes hebben zo'n drie jaar geduurd, maar NOOIT heeft hij me tot
wat dan ook gedwongen. [...] Ik zou het nu erg fijn vinden als ik met
mijn broer (noot v.d. schrijver: die inmiddels niet meer thuis woont)
mijn eerste orgasme kon ontdekken.'

blz 159 - homo? 

Ook al is een kind zelfs lange tijd het 'vriendje' van een adolescente of volwassen pedofiel van eigen sekse geweest, dan nog leidt
dit bij het kind niet ipso facto tot een homoseksuele oriëntatie
behalve indien de krachtige predisposities hem zélf in de armen van zijn
'vriend' hadden gedreven.

blz 171 - monsters? 

Volgens de gangbare maatschappelijke opvattingen onderscheiden
we twee groepen volwassenen: 

  • de grote meerderheid die de grenzen van de
    seksualiteit tussen de generaties respecteert en 
  • een kleine minderheid
    van gestoorden (incestueuze ouders en pedofielen) die streng moeten
    worden aangepakt en zo mogelijk geholpen. 

Maar de dagelijkse werkelijkheid is anders. 
Het lijdt geen twijfel dat verreweg de
meeste volwassenen de grenzen respecteren, maar degenen die dat niet
doen zijn bepaald niet zeldzaam. Dat zij zich op ongeoorloofde wijze
gedragen betekent echter niet per definitie dat het monsters zijn of
onverbeterlijke psychopaten. 

Om daarvan overtuigd te raken, hoeven we
het oor maar te luisteren te leggen op plekken waar deze volwassenen hun
vertwijfeling uitspreken en om hulp durven vragen: niet in de context
van de medisch-psychologische hulpverlening, waar de angst voor aangifte
bij de politie hoogtij viert, maar bij de vertrouwde huisarts, de
geestelijke of de psychiater, die gebonden zijn aan hun zwijgplicht, of
bij gespreksgroepen op het internet waar men rekent op anonimiteit.

blz 177/178 - kameraad

Christophe (9 jaar) laat zich benaderen door een 'lieve
meneer' met wie hij vriendschap sluit. Zijn ouders hebben het heel druk
en als hij op woensdagmiddag alleen thuis is, neemt hij zijn fiets om
bij zijn kameraad op bezoek te gaan. Zijn ouders komen erachter,
het huis is te klein, er wordt aangifte gedaan en voor straf wordt
Christophe buiten de schooluren twee weken lang opgesloten in het
rommelhok... 

Als hij enkele maanden nadien bij mij in therapie komt
wegens slechte schoolresultaten, tekent hij een meneer met een klein
jongetje, met kleren aan, Dan tekent hij bij allebei een penis in
erectie. Ik breng zijn avontuur met de pedofiel ter sprake en hij
vertelt dat hij het jammer vindt dat hij hem niet meer mag zijn en dat
hij 'het' best nog eens zou willen doen. 

We hebben het over de plezierige vriendschap.  Ik ga verder in op zijn verlangen om 'het' nog
eens te doen en vraag hem of hij wel eens aan mij heeft gedacht als
mogelijke partner. Antwoord: 'Ja'. Door die mogelijkheid met hem te
bespreken, merk ik hoe belangrijk het voor hem is om iemand te hebben
die hem belangrijk vindt, en hoe gemakkelijk hij affectie en seksuele
praktijken door elkaar haalt. Ik leg hem nog eens uit waarom ik het
taboe op seksuele contacten tussen de generaties terecht vind. 

Ik neem me voor om in een volgend gesprek zijn relaties met leeftijdgenoten aan
bod te laten komen en hem te vragen of hij anderen benadert om zijn al
zeer aanwezige seksuele belangstelling uit te leven.

blz 188 - hulpverlening bureaucratisch

In de hulpverlening wordt vaak nog bureaucratisch en
afstandelijk gewerkt. Iedereen doet zijn best, maar in de zee van
paperassen is de neiging groot om de verantwoordelijkheid af te
schuiven. Ook de concurrentie tussen de diverse instellingen brengt de
veiligheid van het kind veelal in het gedrang. Wie heeft het meest te
zeggen? Wie heeft de macht en wie delft het onderspit? 

Uit dergelijke
situaties is in Frankrijk bijvoorbeeld de tirannie van het verspreiden
van signalementen ontstaan. Gezien al deze beperkingen en risico's zou
het logge, officiële apparaat alleen mogen worden ingeschakeld in de
meest pathologische, gevaarlijkste of schandelijkste gevallen. In alle
andere gevallen, de meeste dus, is het raadzaam beroep te doen op de
professionele eerstelijnszorg en op vrijwilligers, al dan niet uit de
naaste omgeving, die het kind een luisterend oor en bescherming kunnen
bieden binnen het eigen informele sociale netwerk.

blz 273/274 - voorlichting: de boze wolf ...

En zo wil onze maatschappij haar kinderen overladen met een
massa wetenschappelijke informatie over de talloze aspecten van
seksualiteit. Bij wet verplicht onze maatschappij leerkrachten die hier
sceptisch tegenover staan, toch dit hele pakket seksuele voorlichting te
geven, maar dit materiaal is zodanig opgesteld dat het lijkt alsof
kinderen zich pas rond de puberteit voor seks zouden gaan interesseren.

De markt wordt overstroomd met encyclopedieën, dvd's, cd-rom's en tal
van educatieve spelletjes, waarin van A tot Z wordt uitgelegd hoe het
allemaal werkt. In dit hele pakket wordt helaas - nauwelijks of niet -
gerept over lustgevoelens, het bestaan van een gezonde seksualiteit bij
kinderen en over de ernstige problemen waarmee kinderen soms zitten.

Erger nog, de traditionele of verhulde hedendaagse onderdrukking van
seksualiteit bij kinderen blijft schrijnend actueel. Weliswaar staan we
tegenwoordig dikwijls toleranter dan vroeger tegenover het 'gewone'
masturberen en de meest onschuldige seksuele spelletjes. Maar wanneer
het kind een stapje verder gaat, wordt al gauw gezegd dat het rijp is
voor de psychiater en de rechter. Om de kinderen ten slotte goed flink
schrik aan te jagen, wordt er gedreigd met de boze wolf-pedofiel.

blz 298 - eenzaam

Door middel van seksuele verificaties op het lichaam van
leeftijdgenootjes benadrukken kinderen hun onzekerheid over de
integriteit van hun eigen lichaam. Door op hun computer naar porno te
durven kijken, willen ze bewijzen dat ze tot de wereld van de groten
behoren. Door de geseksualiseerde liefde van een pedofiel te zoeken
geven ze aan, affectie te kort te komen en zich eenzaam te voelen.

Start ] Omhoog ]