Erka Michael Pflug KOINOS MAGAZINE #27 (2000/3) De goden riepen de Hoge Raad bijeen. Erka, de god der Liefde, had zich een knaap tot geliefde verkozen. En zich volledig aan hem overgeleverd. Dat had de argwaan der goden gewekt. En de Hoge Raad kwam tezamen. En riep Erka bij zich en zeide:
Doch Erka zeide:
En de Raad verstomde. En Erka bleef wie hij was. En er verstreken welhaast duizend eonen. Totdat de Hoge Raad wederom bijeenkwam en Erka voor zich riep. Want nog altijd verkoos hij zich knapen tot minnaar. En aldus sprak Askon, de Eerste der Hoge Raad, de god van de Rede:
Doch Erka zeide:
En de Hoge Raad bemerkte hoe onbuigzaam Erka was, en verstiet hem uit de gemeenschap der goden. En Erka werd mens en leefde voortaan bij de mensen. Opnieuw verstreken duizend
eonen. En er waren geen altaren meer voor de goden, want men hechtte geen geloof
meer aan hen. Te zeer waren zij de mensen om gunst geweest. De mensen echter
hadden ook knapen lief. En niemand nam aanstoot daaraan. |