De pedofiel als zondebok Door Frank van Ree In HN, Voorlopig, 55-8, 27 februari 1999 pag 1-10 In korte tijd werd een groep mensen die jarenlang was doodgezwegen, razendsnel gestigmatiseerd en opnieuw in de hoek gezet. Frank van Ree [...] over de vraag hoe de samenleving met pedofielen zou kunnen omgaan. Nauwelijks te beheersen en te temperen waren de aversie en agressie tegen de pedofiele medemens toen de afgelopen jaren het ‘gesprek’ over pedofilie opnieuw op gang werd gebracht. De ‘zaak Van Drimmelen’ was dan misschien ook niet de meeste handige manier om het gesprek over deze materie in te luiden, maar de discussie die daarop losbarstte was evenmin van veel nuance doortrokken. In korte tijd werd de trend die in België al was ingezet, in Nederland doorgetrokken en werd een groep mensen die jarenlang was doodgezwegen, razendsnel gestigmatiseerd en opnieuw in de hoek gezet. Een discussie of gesprek is er nauwelijks geweest want dat blijkt over sommige thema’s onmogelijk of ongewenst. Pedofielen zijn mannen kinderen misbruiken. Dat lijkt de gevestigde definitie van pedofilie. Pedofilie zit daarmee meteen in de verdachte en criminele sfeer. Terwijl het een geaardheid is waar ook heel andere dingen over te zeggen zijn. De belangrijkste steun die aan een pedofiel kan worden geboden, is medemenselijkheid. En dat is niet hetzelfde als het goedkeuren van grensoverschrijdend gedrag. Frank van Ree pleit voor een zorgvuldige en genuanceerde omgang met de begrippen pedofilie en pedoseksualiteit. Om een heksenjacht te voorkomen. Ter illustratie schetst Van Ree drie situaties uit zijn eigen praktijk als psychiater. Liefde voor kinderen Mensen zonder steun opjagen betekent slechts vergroting van de kans op gewelddadige paniekreacties. Intensieve, zeer deskundige begeleiding is kostbaar, maar het voorkomen van kinderdoding lijkt zulke uitgaven te rechtvaardigen. Een van de belangrijkste pijlers waarop de pedofiel moet kunnen steunen, is de medemenselijke herkenning. Uit deze drie illustraties wordt dat duidelijk. De vraag of pedofilie en/of pedoseksualiteit beheersbaar zijn hangt uiteraard samen met de wijze waarop diegenen die zich rondom de pedofiel bevinden zich opstellen.
Wanneer ik over pedofilie spreek, betekent dat voor mij, in overeenstemming met de taalkundige betekenis van het woord, in de eerste plaats dat het gaat om liefde voor kinderen. Daar horen geweld en dwang niet bij. Wie een kind geestelijk of fysiek kwetst ter verkrijging van eigen genot, misbruikt en is niet pedofiel maar pedovijandig. Daarbij gaat het, zoals bij elk geweld en bij elke dwang, om criminaliteit. Soms is er zelfs geen sprake van pedoseksualiteit, namelijk wanneer de misdadiger het kind als koopwaar voor criminele pedoseksuelen manipuleert, zonder het zelf seksueel te misbruiken. Dan gaat het dus om niet-pedofiele en/of niet pedoseksuele criminaliteit. Natuurlijk is juist in zulke gevallen beheersing van de daders maximaal nodig, en zal, wanneer dit in vrijheid onmogelijk blijkt, soms langdurige of permanente vrijheidsbeneming nodig zijn. Het is overigens van groot belang te onderscheiden tussen gewelddadigheid als paniekreactie na misbruik en gewelddadigheid tijdens misbruik als bron van lust (sadisme, lustmoord). In de berichtgeving in de media wordt dit onderscheid maar zelden verduidelijkt. De eerste pijler waarop de pedofiel zou moeten kunnen steunen is dat men valse bestempelingen nalaat. Gedrag en gevoelsinstellingIn de psychiatrie wordt momenteel veel gebruik gemaakt van een soort indeling van de geestelijke stoornissen met de naam DSM (Diagnostic Statistical Manual). Het gaat daarbij vooral om definities die bruikbaar moeten zijn voor onderzoekswerk. Ook de pedofilie wordt daarin omschreven. Het eerste criterium luidt dat de persoon die als pedofiel wordt omschreven
Natuurlijk zijn getallen als zes maanden en dertien jaar arbitrair.
De gegeven definitie zou misschien, gezien de woorden ‘seksuele handelingen’, beter passen bij pedoseksualiteit dan bij pedofilie. Pedoseksualiteit beschrijft vooral gedrag en pedofilie een gevoelsinstelling. De omschrijving van DSM laat zowel ruimte voor uiterst fijnzinnige en terdege betrokken, alsook voor gewelddadig, crimineel gedrag. Zo’n classificatie laat statistische bewerking van gegevens toe, maar zet de pedofiele mens als een vervreemd wezen apart. Deze psychiatrische classificatie biedt de pedofiel geen enkele handreiking en is daarvoor ook niet bedoeld. Maar een louter natuurwetenschappelijke benadering, die ook bij de psychiatrische opleiding een grote rol speelt, kan veel kwaad doen. Zij leert de aanstaande hulpverlener niet om samen met de pedofiel op zoek te gaan naar een verantwoorde omgang met de liefde voor kinderen. De tweede pijler voor die pedofilie zou moeten bestaan uit een verbeterde geesteswetenschappelijke opleiding van de hulpverleners. Een knelpunt waaraan in de geestelijke volksgezondheid nog steeds teveel wordt voorbijgegaan is de betekenis die vooral in religieuze kringen aan pedofilie (en homofilie?) wordt gehecht. In de discussies over de pedofilie moeten de religieuze standpunten meer aandacht krijgen. Gelukkig worden er de laatste tijd ook van kerkelijke zijde meer standpunten naar voren gebracht. HeksenjachtEnige tientallen jaren geleden veroorzaakte alleen al het horen van de term homoseksualiteit bij velen een bijna instinctmatig optredend gevoel van walging en veroordeling. Eind vijftiger jaren werkte ik als assistent-geneeskundige in paviljoen 3 van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Ik zag er regelmatig homoseksuele mannen die ernstige zelfmoordpogingen hadden gedaan, doordat zij het leven als, meestal ook door hun familie, verachte mensen, niet langer konden verdragen. Een groot gevaar van de huidige ongenuanceerde veroordeling van pedofielen is dat daardoor suďcides en gewelddadige paniekreacties in frequentie zouden kunnen gaan toenemen. Nadat enige tientallen jaren lang ook pedofilie een bespreekbaar onderwerp was geworden, ontstaat thans de neiging tot hernieuwde criminalisering en heksenjacht. Zoals homofilie tot voor kort een verboden onderwerp was en het zwijgen daarover velen tot eenzaam lijden en zelfdoding dreef, zo dreigt nu rond pedofielen door vertekening hetzelfde te gebeuren. Grove simplificaties en generalisaties zijn aan de orde van de dag. Alle pedofielen worden, zo niet als identiek, toch op z’n minst zeer verwant met figuren als Marc Dutroux beschouwd. ‘Ze’ zijn gevaarlijk, ‘Het’ is schandelijk, Ze moesten ze allemaal… Ook hetero- en homoseksueel gedrag tussen volwassenen varieert van lichamelijk en psychisch spel van twee elkaar liefhebbende mensen tot de gruwelijkste lustmoorden en zakelijke exploitatie. Maar ondanks de vele ‘seksuele misdrijven’ wordt volwassen seksueel gedrag (terecht) niet gestigmatiseerd. Er is gelukkig geen roep om alle homo’s en hetero’s…! Het zou belangrijk kunnen zijn als ook in de media simplisme en generalisatie zouden worden vermeden. Gelukkig zijn er zeker radio- en televisieprogramma’s waarin met veel tact en voorzichtigheid te werk wordt gegaan. Lijfelijke tekenen van liefde
Het contact tussen het moeder- en vaderlijf en dat van het kind is in de eerste levensfase zeer intiem en die intimiteit vormt een van de voorwaarden voor een goede ontwikkeling van de lijfelijke omgang met latere partners. De ouders knuffelen, zoenen en raken bij het wassen het hele kinderlijf, ook de genitalia aan. Hoeveel moeders die het jongetje wassen, herinneren zich niet het verstijven van de jongenspenis? Moeders kennen zelf soms duidelijke genitale prikkeling tijdens het borstvoeden, vaders kennen soms erecties tijdens het liefkozen van hun kinderen. Dat zijn normale lijfelijke tekenen van liefde. Wanneer ouders zulke ervaringen niet laten volgen door verdergaand en op eigen lustbevrediging gericht seksueel gedrag, is er geen sprake van schade of immoraliteit. Er zijn geleidelijke overgangen van normale ouderlijke zorg en liefde voor hun kinderen naar incest enerzijds en afstandelijkheid en verwaarlozing anderzijds. De uitwisselingen van tederheden tussen de ouders onderling en tussen ouders en kinderen, vormen pijlers waarop het kind voor de ontwikkeling van het eigen gedrag kan steunen. Ook tussen ouders en kinderen lukt het echter niet steeds om de noodzakelijke grenzen te respecteren. We spreken dan van de sterke binding of zelfs incest. En ook daarbij kan het om liefdevolle of criminele vormen van grensoverschrijding gaan. Maar een gezonde ouder onthoudt zich niet alleen van dwang en van contacten waarvoor het kind nog niet is toegerust. Die laat bovendien de psychische en fysieke afstand geleidelijk groeien opdat het kind de objectrelatie kan verplaatsen naar de toekomstige partner. Behalve misschien bij ernstige ziekte wast men het kind niet meer. Men knuffelt niet meer lijf aan lijf met oudere kinderen. Het kind slaapt niet meer bij vader en moeder op de kamer of in bed. Maar ik zag, mede onder invloed van de rage in de media over incest, hoe (neurotische) ouders zichzelf niet meer vertrouwden en in verwarring raakten over eigen gedrag en verlangen. Soms waren angstige afstandelijkheid en zelfs verwaarlozing er het gevolg van. De pedofiel is wat erotische opwinding betreft, zeker niet iemand met voor alle andere mensen volledig onbekende gevoelens. Maar de werkelijke pedofiel onthoudt zich van pedoseksuele handelingen waar het kind nog niet, of niet meer, aan toe is of zelfs schade door lijdt. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met wat binnen de cultuur als acceptabel en onacceptabel wordt beschouwd. Maar gewelddadige penetratie van een klein kind hoort nooit bij pedofiel gedrag! Voor een kwartjeMen wijst terecht op het gevaar van de machtsongelijkheid. Daartoe hoort ook de onmacht van het kind om de betekenis van het gedrag en de mogelijke gevolgen daarvan te door- en voorzien. Natuurlijk is er bij pedofilie sprake van machtsongelijkheid die extra zorgvuldigheid vereist. Over die machtsongelijkheid wordt momenteel gesproken alsof het een eenduidig begrip met een uitsluitend negatieve betekenis is, maar ze bestaat ook altijd tussen ouders en hun kinderen. Machtsongelijkheid is in relaties niet, zoals velen nogal eens simpel stellen, per definitie kwaadaardig, die ongelijkheid kan in relaties ten goede (ter bescherming en voor het bieden van hulp) en ten kwade (in dienst van eenzijdige winst en lustbevrediging) worden aangewend. Machtsongelijkheid is tussen volwassenen en kinderen altijd aanwezig en onvoldoende grond voor uitsluiting van intimiteit. Machtsmisbruik bij grensoverschrijdend gedrag, ten dienste van het genot van de machtigste, is verwerpelijk. Het lijkt zo gesteld misschien duidelijk. Niets is minder waar. De mogelijke schade is ook cultuurafhankelijk. In de ene cultuur knuffelt en kust men veel vaker en anders dan in de andere. In sommige culturen zijn de kleintjes bij het liefdesspel van de ouders aanwezig en worden er zelfs meer of minder ver bij betrokken, in andere culturen gaat de slaapkamerdeur op slot. Wat men beleeft als te beheersen gedrag, is ook in hoge mate afhankelijk van het gedrag en het voorbeeld van de ouders en andere opvoeders. Het gaat bij de schadelijkheid zeker niet uitsluitend om het gedrag of de betrokkenheid van de pedofiel. De schade is ook van de reacties en het voorbeeld van de medemensen afhankelijk.
Ik maakte begin zestiger jaren nog mee hoe een zesjarig jongetje door een geüniformeerde agent van school werd gehaald nadat een even oud meisje thuis verteld had dat hij voor een kwartje in haar broekje had gekeken! De ouders verkeerden in paniek. Ik heb het gezin en het kind enige maanden begeleid. Het ging er vooral om de opgetreden schaamte en de angst voor de toekomst te bestrijden door al het zogenaamd ‘zieke’ en ‘zondige’ weer een normale plaats te geven.
Na liefdevolle contacten zal nogal eens de traumatisering door milieureacties ernstiger gevolgen hebben dan het contact zelf. Dat betekent overigens ook, dat de pedofiel rekening moet houden dat mogelijk zelfs op zichzelf positieve handelingen schadelijke gevolgen kunnen hebben. De pedofiel zal met de normen van de primaire leefcultuur rekening moeten houden. Begeleiding en behandelingWij kennen in ons land voor wetsovertredingen straf, begeleiding en behandeling. Straf heeft verschillende doeleinden, waaronder beveiliging en vergelding. Wij kennen gelukkig geen doodstraf. Dat betekent dat in principe iedere dader na eventuele vrijheidsberoving opnieuw terugkeert in de maatschappij. Dat houdt in dat naast straf, begeleiding en behandeling nodig zijn, in de hoop dat de gestrafte zich weer een plaats in de vrije maatschappij zal weten te veroveren, met zo min mogelijk kans op herhaling en op zo’n bevredigend mogelijke manier. Straf die alleen dient ter vergelding en beveiliging leidt tot angst, agressie en depressiviteit, zij ondermijnen de mogelijkheid tot behandeling en begeleiding. De thans groeiende neiging alle pedofiele en pedoseksuele verlangens en gedragingen als onmenselijk, misdadig en smerig en pervers voor te stellen, zullen begeleiding en behandeling belemmeren en daarmee crimineel gedrag bevorderen. In dat opzicht lijkt er sprake van een vergelijkbare ontwikkeling als met de drugsbestrijding. Het is te hopen dat bepaalde Amerikaanse benaderingen, zoals het melden van de komst van een ex-gedetineerde pedofiel in de wijk, hier geen verdere navolging zullen vinden. De belangrijkste pijler die wij de pedofiel kunnen bieden is medemenselijkheid. Dat is overigens niet hetzelfde als goedkeuring van grensoverschrijdend pedoseksueel gedrag en al helemaal niet het aanmoedigen van gewelddadigheid, dwang, chantage, financiële exploitatie en andere vormen van criminaliteit. Tenslotte: heeft de pedofiel behoefte aan begeleiding en steun? Zolang deze voelt dat de hulpverleners geen weet hebben van de aard van de problemen en per definitie uitgaan van criminaliteit en minderwaardigheid, luidt het antwoord: nee. D at familieleden van misbruikte kinderen angstig worden en zich soms vijandig gaan opstellen is volkomen begrijpelijk. Maar daarop kan het antwoord alleen maar zijn dat er adequate slachtofferhulp moet worden geboden en dat men hen niet met hun nood alleen laat. Tot die hulp behoort niet het stimuleren van een heksenjacht. en heel goed voorbeeld werd destijds gegeven door de burgemeester van Ochten bij Tiel, die zowel met een pedofiele delinquent en zijn familie, als met de familieleden van de geschade kinderen contact opnam en actief meehielp zoeken naar een goed begeleide terugkeer van de betrokken jongeman in de gemeenschap. Frank van Ree Dr. F. van Ree is psychiater. |