[ Start ] [ Omhoog ]
Kind op schoot ... Mag dat niet meer?
Een meer uitgebeide versie van een Intermezzo uit een ander artikel ...
... namelijk "Een tweede gehechtheid - Contact met de schaduwkant" [*],
[* < https://www.human-being.nl/Bibliotheek/een_tweede_gehechtheid.html >]
dat gaat over het aanbieden van een tweede gehechtheid aan kinderen bij wie de eerste gehechtheid, aan de ouders, is mislukt. [*]
[*] Let wel: in het algemeen gesproken. De link naar dat artikel suggereert niet dat dit in de hieronder staande voorbeelden ook het geval was. De onderstaande voorbeelden gaan alleen over 'het op schoot nemen'.
Hierin baseer ik mij op mijn proefschriftonderzoek (zie de bronnen hieronder) en op mijn eigen levenservaring als aanbieder van een tweede gehechtheid aan meerdere (pleeg- / verzorg- bezoek-kinderen).
In het proefschriftonderzoek ontwikkel ik met 53 groepsleiders en leidsters een methodiek, die we in vier groepen ontwikkelden en dan in zeven andere groepen toetsten en uitbreidden.
In de elfde en laatste groep heb ik tijd en draai ik eens per twee weken een volledige late dienst mee met de groepsleiding - niet om de groepsleiding te observeren, maar opdat zij mij observeren hoe ik met de ontwikkelde methodiek omga en hoe dat afloopt.
Nu vond dit team met een groep van jonge kinderen het leiden van de maaltijd een van de moeilijkste momenten van de dag. Dus ging ik de maaltijden leiden. Dan stuit ik op het punt waarop ik een Intermezzo inlas, dat ik hier apart en iets uitgebreid weergeef omdat het een breder probleem bestrijkt in de jeugdzorg.
Nu waagde ik het tijdens het eten een kind op schoot toe te staan. ‘Foei, Frans, dat is tegen de regels!’ Wat een absurde regel! Een groepsleider met een kind op schoot straalt geen macht en overwicht uit, maar geborgenheid, rust en dus gezag, voldoende gezag om de maaltijd niet uit de hand te laten lopen. Het kind werd er rustig van – en de groep ook.
Jaren later:
Ik: "Ik nam en kind op schoot ... ik weet niet meer wie ... ik geloof de jongste ..."
Dit kind, intussen man geworden: "Dat was ik! Ik weet dit nog goed... en wij, kinderen, merkten dat de groepsleiding vanaf die dag dat jij er was, ineens veel aardiger werd aan tafel... Niet meer 'de regel dit en de regel dat'..."
Nu sprak ik onlangs iemand die al vele jaren als vrijwilliger een jeugd-knutselgroep leidt in een club-/buurthuis. Een jong kind zat gezellig op zijn schoot te knutselen. De man vertelde dat er plotseling een bestuurslid naast hem stond dat hem verbood een kind op schoot te nemen. Ook mocht hij niet meer 'kopje-rol-over' spelen, want dan zou hij de kinderen veiligheidshalve moeten aaraken en dit was verboden. De man werd zo boos dat hij nog net niet zijn functie opzegde, zo sprakeloos was hij. Hij overweegt dit nog wel.
Al even recent is de ervaring van een man [!] die een knutselclub leidt. Er kwam een klacht van een moeder dat hij haar kind op schoot had genomen en de eis dat hij dit niet meer zou doen. Een kind van vijf jaar!
De leiding zag er niets kwaads in, maar wilde de eis van de moeder, alleen voor dit kind, wel tegemoet komen, dus niet als algemene regel, maar alleen voor dit kind. “Hoe dan?” vroeg ik. “Het jongetje blijft vrij, maar jij gaat dit dan subtiel en diplomatiek oplossen,” zei de leidster. “Hoe dan?” – “Creatief!” was het antwoord.
Van oudere datum is het verhaal van een scouting leider die de rechercheur vertelde dat bij het kampvuur een dertienjarige jongen spontaan bij hem op schoot kroop. De rechercheur uitte zijn twijfel bij dit "spontaan". Deze passage kwam terug bij het psychiatrisch onderzoek van de man, in de rechtszitting en bij de behandelaar: "Een dertienjarige jongen doet zoiets niet spontaan". Tegenwoordig heet dit in modern Nederlands grooming: verleiding tot seksueel contact. Ook bij scouting zijn naar verluidt nu zulk soort regels.
Bij eens verder doorvragen vernam ik dit ook van andere jeugdwerkers, ook die in de naschoolse kinderopvang.
De regel is absurd, je doet de kinderen tekort, je schept afstand in plaats van contact en geborgenheid.
De absurde regel blokkeert de spontaniteit van het kind en leert het kind dat volwassenen - vooral mannen - niet te vertrouwen zijn. Die houding nestelt zich in het kind.
Een al oudere man: "Ik heb een diep geworteld fundamenteel wantrouwen in alles en iedereen": diep geworteld: geplant in de kindertijd en sindsdien fundamenteel gebleven.
We hebben dit ‘te danken aan’ ene Robert M., die op kinderdagverblijven en als oppasser werkte en daar kinderen ernstig misbruikt heeft. Justitie trad hier terecht streng op … maar de jeugdzorg raakte in paniek en schoot in de angst … angst voor intimiteit … verscherpte de regels … en liet de kinderen in de relationele kou staan …
Angst voor intimiteit ... én verwarring tussen liefdevol of functioneel aanraken en seksualiteit. Overal seks in zien, ook waar het niet is.
The wrong is in the eye of the beholder: Het kwaad zit in de ogen van de kijker.
Het kwaad?
-
Ouders klaagden een man aan omdat die hun kind had aangeraakt - het was een pianoleraar die de vingerzetting van de leerling corrigeerde ...
-
Er schipper werd aangeklaagd omdat hij 'een kind zou hebben aangeraakt' - de schipper leidde een groepje verstandelijk beperkte adolescenten rond op zijn schip; het schip begon te deinen, griezelig dus, en hij voorkwam zo dat een van de jongeren om zou vallen ...
Functioneel aanraken is geen seks.
Hierboven (in het gehele artikel) schreef ik al over wie die tweede hechting aan kunnen bieden: je hoeft hier niet voor te studeren, empathie en geduld is voldoende. Er zijn slechts twee voorwaarden:
Voorwaarde 1 = Je houdt van het kind.
Voorwaarde 2 = Je legt dat contact, geeft een zekere mate van intimiteit vorm, maar niet in de vorm van seksualiteit
Over hetzelfde onderwerp schreef ik twee artikelen die u kunt vinden in de lijst van “Bronnen en Lees Meer’ onderaan dit artikel, onder het kopje “Intimiteit, contact, noodzaak en grenzen”.
In mijn artikel/lezing "Voorzichtige verkenningen ..." van 1995 en 1997 zeg ik, hier ten korste samengevat:
Vermijd vormen van seksuele intimiteit, daar ligt een grens, maar er is nog een grens, namelijk Afstand houden zonder contact te leggen, vermijd ook dat.
In mijn artikel "Warmte en intimiteit, kan dat wel?" (zie de lijst met bronnen) eindig ik met deze tekst die ik hier nu herhaal:
De kunst is, denk ik, om intieme contacten uit die sfeer te halen en bespreekbaar te maken. Dan kun je er ook beter en zorgvuldig mee omgaan. Dan komen de kinderen er niet aan tekort.
De kunst is dus, om:
-
zelf als groepsleider het lichamelijk geven van warmte niet te schuwen, niet te wijken voor de angst 'wat anderen er wel van zullen denken';
-
in de leefgroep zo'n klimaat te scheppen en in stand te houden dat er plaats is voor persoonlijke en lijfelijke warmte tussen mensen: wel intiem, maar niet in een sfeer van 'stiekem';
-
in het team zo'n klimaat te scheppen dat je er als groepsleider over al je gevoelens kunt praten die je in het werk opdoet - en niet alleen de irritatie, ook de vertedering of verliefdheid, het gek zijn op iemand. "Ieder kind heeft tenminste één iemand nodig die werkelijk gek op hem of haar is", schrijft Bronfenbrenner [*].
[* Geciteerd in H.W. Maier, Zorg weegt het zwaarst - zie de lijst met bronnen]
-
Of dit alles lukt hangt mede af van de manier van denken en dus de theorie van begeleiders, stafleden en supervisoren. En van hun bereidheid om werkelijk te beluisteren wat de groepsleiding meemaakt en daar op zo'n manier mee om te gaan dat de groepsleiding stil kan staan bij haar eigen gevoelens.
Dit alles is buitengewoon moeilijk: onze cultuur, onze eigen opvoeding, bepaalde theorieën over kind en opvoeding en onze taal zitten ons hierbij dwars; we hebben de stroom tegen. Misschien zijn we, ter wille van de kinderen die onze warmte zo behoeven, sterk en moedig genoeg om behoedzaam, doch ook krachtig tegen die stroom in te zwemmen.
De bronnen en een P.S.
Intimiteit, contact, noodzaak en grenzen
Frans Gieles, Warmte en intimiteit, kan dat wel? Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider'
Herdrukt in
De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële hulpverlening, door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco, Amersfoort/Leuven, 1987
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/warmte.htm >
“De contactkloof bleek te overbruggen. Vanuit dat contact konden conflicten en gedragsproblemen ook anders benaderd worden. Er kwam een gevoel van saamhorigheid in de groep inclusief de leiding. De relaties werden persoonlijker van aard en er kwam ruimte voor warmte en intimiteit. […] ‘Frodo en ik hebben buiten in de zon gelegen op het grasveld, lekker keuvelen en kindje spelen ‘. […] De jongens […]: dezelfde gedragsproblemen blijven zich, zij het in afnemende mate, voordoen. Maar de groepsleiding gaat er anders op in.”
Henry W. Maier: Zorg weegt het zwaarst - Wat kinderen, thuis of uit huis geplaatst, zeker nodig hebben voor hun ontwikkeling - Jeugd & Samenleving, aug-sept 1983, themanummer 'De groepsleider'
Herdrukt in: De groepsleider, Basisboek voor werkers in de residentiële hulpverlening, door Maurice van Lieshout en Maria Ruigewaard (Red.), Acco, Amersfoort/Leuven, 1987
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/zorg_zwaarst.htm >
"Ieder kind heeft tenminste één iemand nodig die werkelijk gek op hem of haar is", schrijft Bronfenbrenner
Gieles, F.E.J., Voorzichtige verkenningen van de grens tussen gewenste en ongewenste intimiteit, Lezing, Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen, Gent, 24 november 1995; in:
tOKK, Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie, Leuven, 22-3, september 1997, pp 129 - 132
Samenvatting van een voordracht voor de Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen Gent, 24 november 1995
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/voorzichtige_verkenningen.htm >
In deze lezing / dit artikel verken ik de grenzen tussen gewenste en ongewenste intimiteit. Ga gewenste intimiteit niet uit de weg, die is nodig. Vermijd vormen van seksuele intimiteit, daar ligt een grens, maar er is nog een grens, namelijk Afstand houden zonder contact te leggen, vermijd ook dat.
Frans Gieles, Conflict & Contact, Proefschrift, 1992
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/inh.htm >
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h8_3_4.htm >
De elfde groep met de plotselinge omslag, ook
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h11_3_5.htm >
Scroll omlaag naar “c. ‘Intriest was hij’.
< https://www.human-being.nl/Bibliotheek/cc/h8_3_3.htm >
De weg van straffen naar zorg en contact met de schaduwkant.
Later toegevoegd:
Adriaan van Dis: Naar zachtheid en een warm omhelzen; Atlas Contact, Amsterdam 2023.
Een excellent boek. De ouders van de jonge Adriaan kunnen niet meer voor hem zorgen. Hij wordt naar zijn grootvader gestuurd, een zeer norse en ontoegankelijke man zonder enige aandacht voor zijn kleinzoon. Maar daar is "Ommie", niet zijn oma, maar de huishoudster van de opa. Zij ontfermt zich over de negenjarige Adriaan op een zeer warme en aandacht-rijke manier, waarin overduidelijk een tweede hechting zich vormt.
"Ommi was altijd druk. Adriaan achtervolgde haar met zijn verrekijker. Soms maakte ze een raar dansje en trok hem met kijker en al op schoot. De eerste keer had hij tegengestribbeld: daar was hij te groot voor ... maar eenmaal paardjerijdend op haar dijen en gevangen in haar armen gloeide hij van geluk. Niemand raakte hem thuis zo zacht aan. Zijn zusters soms ... maar zijn moeder, nee ... Hij smolt op haar schoot. Grootvader raakte hem nooit aan."
Een P.S.
Later toegevoegd als PDF bestand:
"Mag je op een buitenschoolse opvang als mannelijke groepsleider een meisje op schoot nemen?""[Dit werd mij toegestuurd, door iemand gevonden op Internet, URL onbekend.] [ Start ] [ Omhoog ]
|