Hoofdstuk 7 Terugkeer
in de maatschappij Het is moeilijk voor
een pedoseksueel om na een detentie of behandeling terug te keren in de
maatschappij. De maatschappij geeft de pedoseksueel de kans er vaak niet voor.
Hoe vaak staat er niet in de krant dat er een huis is vernield en leeggeroofd
van een pedoseksuele delinquent. Als de buurt op de hoogte wordt gesteld van de
komst van een pedoseksueel in hun wijk doet men er alles aan om dit te
voorkomen. Delinquente pedofielen of pedoseksuelen staan er doorgaans niet alleen voor. Naast het Trainingsprogramma Seksuele Delictplegers dat delinquenten helpt voorkomen terug te vallen is er nog een organisatie die hulp biedt bij de terugkeer in de maatschappij, namelijk een Penitentiair Trajecten Centrum (PTC), onder andere in Arnhem. Dit is een extramurale
instelling waar gedetineerden in de laatste fase van hun detentie een
penitentiair programma kunnen volgen. Hiervoor gelden een aantal
selectiecriteria waarbij de reclassering ook een rol speelt. Een voorwaarde om
deel te nemen aan het programma is dat de gedetineerde een vaste woon- of
verblijfplaats heeft. Gedurende het penitentiaire programma woont men namelijk
thuis. Afhankelijk van de opgelegde straf kan elektronisch toezicht een
voorwaarde zijn, als controlemiddel. Dit houdt in dat er een enkelband wordt
gedragen gedurende 1/3 van de tijd dat men niet intern deelneemt aan het
programma. Het programma bestaat
de eerste acht weken uit een introductieprogramma. Dit is een intensief
programma van vier dagen in de week (26 uur) dat in een groep plaatsvindt. Elke
week heeft een ander thema waarover medewerkers en deskundigen van verschillende
instellingen een voorlichting of training geven. Woensdag is er geen
dagprogramma maar krijgen de deelnemers de gelegenheid om zaken te regelen zoals
sollicitaties of uitkeringen. Het doel van het
introductieprogramma is het stimuleren van vaardigheden die de terugkeer in de
samenleving ondersteunen en een beeld krijgen door middel van observaties van de
vaardigheden en motivatie van de deelnemer. Na het introductieprogramma wordt er een
persoonlijk traject gestart waarbij in ieder geval twee maal per week face to
face contact is met een trajectbegeleider. Het traject richt zich op
veranderingen en de terugkeer in de maatschappij: het vergroten van de kans op
werk is een van de hoofdtaken. Er wordt verwacht van de deelnemers dat ze
serieus meewerken aan het programma. Doen ze dit niet dan krijgen ze een keer
een waarschuwing, bij de tweede keer gaat men terug naar de gevangenis. De te
bereiken doelen van de trajectbegeleiding worden vastgelegd in een stappenplan.
De doelen verschillen per persoon en kunnen op meerdere terreinen liggen. Enkele
voorbeelden zijn: schulden, relaties, inkomen, werk, psychische en lichamelijke
gezondheid, sociale vaardigheden, zelfbeeld, wonen en wettelijke voorzieningen. Aan het einde van het programma worden de contacten langzaam afgebouwd en moet de deelnemer zichzelf bewijzen in de samenleving.[1] [1] Penitentiair Trajecten Centrum Arnhem, Liesbeth v. Loos |