De Brochure (3) Hoe oud is een kind? Petra de Geus. In: de nieuwe Sekstant nr. 4 winter 2001 In een serie commentaren bespreken we de onlangs verschenen brochure Seksueel Misbruik van Kinderen van het Ministerie van Justitie en uitgevoerd door het NISSO. In deze derde aflevering aandacht voor zin 3 van de brochure en de vraag hoe oud een kind is. Opvoeding De vorige keer hebben we bij het lezen van zin 2 van de brochure gezien dat machtsmisbruik een normaal aspect van de opvoeding is. Als het om seksuele opvoeding gaat is dat heel duidelijk. Kinderen worden als jongetje of meisje opgevoed, heteroseksueel, exogaam (gericht op het zoeken van een partner buitenshuis), en met een scheidslijn tussen 'seks' en alle andere aspecten van het leven. Aan deze beïnvloeding kan het kind zich (bijna) niet onttrekken. Sterker, het vraagt er zelf om. Opvoeding is niet iets wat ouders met kinderen doen, maar een proces waarin kinderen en ouders in een soort samenspel elkaar tot gedrag dwingen. Dit 'normale' machtsmisbruik in de opvoeding wordt door de brochure niet afgekeurd, wel het machtsmisbruik waarbij 'seks' een rol speelt. De brochure spreekt van misbruik als dat sekscontact plaatsvindt tegen de zin van het kind of zonder dat het kind deze contacten kan weigeren. Ik heb al eerder gezegd dat daaruit logisch volgt dat er geen sprake is van misbruik als het sekscontact niet tegen de zin van het kind plaatsvindt en het deze contacten wel kan weigeren. We zouden nog nagaan of de brochure zich aan deze simpele logica houdt. We gaan daarom verder met het lezen van de tekst. Strafbaar Zin 3 van de brochure Luidt:
Wat, mag je vragen, doet zo'n zin over de strafwet ineens in een tekst over misbruik? De enige logica die daarachter kan zitten moet wel zijn dat de brochure elk seksueel contact met iemand beneden de twaalf als 'misbruik' opvat. Maar dat is niet in overeenstemming met de gegeven definitie. Er staat namelijk in de zin niets over misbruik (dwang, enzovoort). Er staat alleen maar dat seksueel contact met iemand beneden de twaalf jaar strafbaar is. En we hebben al opgemerkt dat de wet geen leeftijd noemt van de 'dader'. Iemand van negen of negentig die seksueel contact heeft met iemand beneden de twaalf is dus strafbaar, maar dat heeft niets te maken met de vraag of er sprake is van misbruik in de zin van de door de brochure gegeven definitie. Conclusie: De brochure houdt zich niet aan de eigen definitie van seksueel misbruik. Men moet hier niet te licht over denken. Hier is een brochure die uitgegeven wordt door het ministerie van justitie, die geschreven is door een professor die verbonden is aan een 'wetenschappelijk' instituut. Die brochure zegt over iets te gaan, namelijk 'seksueel misbruik van kinderen'. Dat wordt dan gedefinieerd ( op een dubieuze manier trouwens, zoals we gezien hebben), en vervolgens wordt die definitie in de wind geslagen. Strafbaar is slecht? Bij zin 3 kunnen we ook nog de vraag stellen of iets wat strafbaar is ook slecht is. Het lijkt erop dat de brochure dat suggereert. De brochure zegt zich bezig te houden met seksueel misbruik, iets wat slecht is, en wijst dan vervolgens op strafbaarheid van een bepaald soort seksueel contact alsof daaruit automatisch volgt dat dat seksueel misbruik is, en dus slecht. Maar het enige wat 'strafbaar' betekent is dat je ervoor gestraft kunt worden. Het is heel goed mogelijk, zoals iedereen weet, om iets te doen wat wel strafbaar is, maar niet slecht, of zelfs heel goed. Ik zal de intelligentie en levenswijsheid van de lezer niet beledigen door voorbeelden te geven. Het idee dat iets slecht is omdat het strafbaar is, gaat terug op onze kleutertijd. De kleuter kent maar een ethiek: als het mag is het goed, als het niet mag is het slecht. Zonder twijfel blijft dit ook voor volwassenen de belangrijkste grondslag van opvattingen over goed en kwaad. Boven op de kleuterethiek, echter, hebben de meesten van ons ook nog een wat hoger besef van goed en kwaad ontwikkeld. Daarom kunnen we ook bestaande regels en wetten bekritiseren en veranderen. We kunnen zelfs wetten overtreden omdat ze in onze ogen niet het goede maar juist het verkeerde vertegenwoordigen. We moeten dan wel accepteren dat we gestraft kunnen worden. Deze ethiek is van een hogere orde dan de kleuterethiek, omdat hij op verantwoordelijkheid gebaseerd is en niet op gehoorzaamheid en angst voor straf. Kind Ik had mij deze keer eigenlijk zullen bezighouden met de vraag wat we eigenlijk met 'kind' bedoelen. Ik heb dat woord steeds net als de brochure gebruikt alsof het wel duidelijk is wat het betekent, maar het wordt zo langzamerhand wel tijd om daar eens een paar vraagtekens bij te plaatsen. Iedereen is het erover eens dat je niet precies in leeftijd kunt aangeven wanneer iemand nog 'kind' is of niet, maar, zegt men, 'de wet moet nu eenmaal een grens leggen'. Waarom dat zou moeten is voor mij nog een vraag, maar het feit ligt er dat de wet nu zo tot stand komt en in elkaar zit. In de brochure staat dat de grens bij twaalf jaar ligt. Dat suggereert dat mensen onder de 12 als kinderen beschouwd worden. Nu is er na het verschijnen van de brochure nieuwe (strengere) wetgeving gekomen, die de grens voor seksueel contact in feite opgetrokken heeft naar zestien jaar. Het lijkt er dus op dat iemand van onder de 16 ook als kind kan worden beschouwd. Een andere leeftijdsgrens is ook opgetrokken, namelijk wanneer het gaat om 'aanstootgevende afbeeldingen'. Die was 16 en dat is nu 18 geworden. Als het om afbeeldingen gaat is iemand beneden de 18 jaar dus een 'kind' (afbeeldingen heten dan 'kinderpornografie'). Kortom, er worden in de wetgeving verschillende maatstaven gehanteerd voor het leggen van een grens waaronder iemand kennelijk als kind wordt beschouwd. Taalgebruik Dat gebeurt ook in het dagelijkse taalgebruik. De meeste mensen denken bij 'kind' aan iemand tussen 6 en 9 jaar, maar jongens van zeventien met een geweer noemen we 'kindsoldaten'. En verder valt het iedereen op hoe 'kinderachtig' grote mensen kunnen zijn, of hoe 'kinderlijk' spontaan iemand kan reageren. We spreken over 'moeder en kind' als vaste combinatie, die de diepste emoties van vreugde, verdriet, schuld en boete oproept. 'Ik wil een kind' zucht de jonge vrouw. Ze verwijst daarbij naar niets in de werkelijkheid, maar naar haar eigen voortplantingsdrift. Het woord 'kind' is hetzelfde als 'genos' (nageslacht). In zijn oratie aan de Universiteit van Leiden eerder dit jaar wees George van Driem erop dat de betekenis van woorden en woordgroepen zijn oorsprong heeft in de categorisering: het verdelen van de wereld in onderscheiden objecten of groepen van objecten. We doen dat als we nog heel klein zijn, net wanneer we de taal leren. Bij dreigend gevaar waarschuwen apen elkaar door middel van kreten. Die kreten verschillen onderling, afhankelijk van het soort gevaar. Komt er een tijger nabij, dan is de waarschuwingskreet anders dan wanneer een leeuw of een slang de bedreiging vormt. De mens bouwde communicatie uit tot een complex systeem van tekens dat we 'taal' noemen. Taal is oneindig rijk, maar aan de basis ervan ligt een aantal simpele mechanismen die in dienst staan van het overleven. Het categoriseren, 'in hokjes stoppen' is daar een duidelijk voorbeeld van. Een woord als 'kind' heeft voornamelijk emotionele betekenis, vandaar dat het in de wet niet bruikbaar is en vandaar de leeftijdsgrens, die tamelijk willekeurig wordt vastgesteld. Dit is typisch een beperking van de wet. Van een wetenschappelijk verantwoorde brochure over misbruik van kinderen zou je iets meer diepgang mogen verwachten. Er is tenslotte al heel wat wetenschappelijk inzicht dat van het verschil tussen 'volwassenen' en 'kinderen' niet veel overeind laat. |