Maak écht contact met patiënt Investeer in relatie met patiënt
Toen Jeroen Verkroost werd opgenomen met een psychose, lukte het hem niet een band op te bouwen met zijn behandelaar. Hij pleit voor een persoonlijkere aanpak in de psychiatrie. Tien jaar geleden werd ik voor het eerst opgenomen in een psychiatrische inrichting, nadat ik door de politie van straat was geplukt wegens opvallend en bizar gedrag. In de kliniek kreeg ik al snel, gek als ik was, de indruk dat de dienstdoende psychiater vooral bezig was met het afvinken van symptomen, om aan de hand daarvan een diagnose op te stellen – in plaats van te luisteren, als mens tot mens, naar wat ik ervaarde en meemaakte. Gevolg van deze afstandelijke benadering was dat ik de behandelaar en het verplegend personeel begon te wantrouwen, terwijl vertrouwen tussen behandelaar en cliënt juist van wezenlijk belang is voor de behandelingstrouw op langere termijn. Mijn toch al aanwezige paranoïde inslag werd hierdoor versterkt. Ook over bijwerkingen van de medicatie werd niet gesproken, behalve de tersluikse opmerking dat ik er dik van zou kunnen worden. Toen ik eenmaal weer thuis was en mijn haren massaal het doucheputje begonnen te verstoppen was de beslissing te stoppen met de behandeling snel genomen. Gevolg was dat ik tien maanden later weer in een psychose belandde. Had ik echter de psychiater vertrouwd, had hij geïnvesteerd in de relatie tussen hem en mij, dan waren we gezamenlijk het gesprek hierover aangegaan en was dit waarschijnlijk niet gebeurd. Onpersoonlijke werkwijze Een oorzaak van deze onpersoonlijke werkwijze is gelegen in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, beter bekend als de DSM. Dit vuistdikke standaardwerk beschrijft symptomen van een veelvoud aan psychiatrische aandoeningen, waardoor psychiaters wereldwijd bij gelijkaardige symptomen in principe tot dezelfde diagnose zouden moeten komen. Maar als iedereen zou geloven dat de aarde in zeven dagen geschapen is, dan is dat nog geen correcte weergave van de werkelijkheid. De DSM behandelt dan wel kenmerkende verschijnselen zoals die voorkomen bij mensen met psychiatrische klachten, maar over oorzaak en achtergrond van de ziektebeelden wordt niet gerept. Over hoe ziektes als schizofrenie en andere psychotische aandoeningen ontstaan is vooralsnog dan ook in de verste verte geen overeenstemming. Onderliggende problematiek Als een normale arts een diagnose stelt, analyseert hij de symptomen om tot een conclusie te komen over hoe de ziekte veroorzaakt wordt. Aan de hand hiervan gaat hij gericht de oorzaken van de ziekte te lijf. In de psychiatrie is dit dus niet het geval, hier behandelt men de symptomen maar de onderliggende problematiek wordt niet aangeroerd. Een andere oorzaak van de huidige benadering in de psychiatrie is de farmaceutische revolutie, begonnen in 1953 met de uitvinding van het antipsychoticum chloorpromazine. Sindsdien worden psychiatrische verschijnselen vooral gezien als een uitvloeisel van chemische processen in het brein. Dit terwijl een groot deel van de psychiatrische ziektebeelden een oorsprong kent in iemands persoonlijke geschiedenis. Ze worden veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen als seksueel misbruik, emotionele verwaarlozing, pesterijen in de kindertijd en later of problemen met aan gender gerelateerde identiteiten. Een fundamenteel probleem dat voortvloeit uit deze werkwijze is dat mensen onder behandeling niet wordt gevraagd naar hun ervaringen. Gevolg is dat de psychiater geen werkelijk contact maakt met de mens die schuilgaat achter de ziekte. De patiënt wordt gezien als drager van een ziekte en als zodanig benaderd. De unieke geschiedenis van ieder persoon wordt genegeerd en vervangen door een algemene symptomatologie. Dit is niet bevorderlijk voor het onderlinge vertrouwen. En als je iemand niet vertrouwt, kun je ook geen band opbouwen. Ieder mens wil toch op zijn persoonlijkheid worden aangesproken, niet als geesteszieke maar als mens tot mens. Meer gehoord voelen Ik zou dan ook willen pleiten voor een meer mensgerichte en persoonlijke benadering in de psychiatrische praktijk. Als mensen zich daardoor meer gehoord voelen en zich daardoor beter aan een voorgeschreven behandeling onderwerpen, is dat zowel winst voor de lijder aan psychiatrische aandoeningen als voor de maatschappij. Immers, mensen vallen langer uit, wat handenvol geld kost voor werkgevers of het UWV, en de kosten van de extra, in principe onnodige behandelingen worden afgewenteld op de belastingbetaler. En dan zijn er nog de persoonlijke drama’s die schuilgaan achter psychiatrische aandoeningen, zoals het leven in angst, wantrouwen, eenzaamheid, onbegrepen worden door de omgeving en opgesloten worden in de kliniek. Want juist als je in psychische nood verkeert heb je de behoefte gehoord te worden, in plaats van als een object van ziekte te worden behandeld. Dan is de behandeling in zichzelf een bron van nieuwe trauma’s, en dat is nergens voor nodig. Jeroen Verkroost is antropoloog, journalist en schrijver van de psychotische verhalenbundel Anderhoofd. |