Echte aandacht voor elkaar, dat is zo makkelijk nog niet Alexandra van Ditmars Kijk geen tv maar heb aandacht voor elkaar, zegt SBS6, dat om die reden op de avond van Eerste Kerstdag alleen een knisperend haardvuur uitzendt. Maar hoe je dat: aandacht voor de ander hebben? Trouw, 23 december 2021, Rubriek Filosofische elftal SBS6 zendt dit jaar op de avond van Eerste Kerstdag geen televisieprogramma’s en reclameblokken uit. Tussen 18.30 en 22.30 uur is alleen een knisperend haardvuur te zien en kerstmuziek te horen. Met het initiatief wil de zender naar eigen zeggen mensen inspireren om meer aandacht voor elkaar te hebben tijdens de feestdagen. Maar om aandacht voor elkaar te hebben is de televisie uitzetten, of vooruit – een haardvuur op het beeld tevoorschijn toveren – natuurlijk niet genoeg. Hoe zorg je ervoor dat je werkelijk aandacht hebt voor anderen, tijdens het kerstdiner, maar ook daarbuiten? “Om die vraag te beantwoorden moet je eerst kijken naar wat aandacht eigenlijk is”, zegt Denker des Vaderlands Paul van Tongeren. “Aandacht is een prachtige combinatie van activiteit en passiviteit. Ik heb zelf vaak genoeg gemerkt dat als je uitdrukkelijk probeert aandacht voor iets of iemand op te brengen, dat vaak niet goed lukt, omdat die activiteit op zichzelf niet genoeg is. Je moet op de een of andere manier ook geraakt worden; je aandacht moet getrokken worden. En door iets of iemand geraakt worden vereist juist passiviteit. Die combinatie van actieve gerichtheid en je laten raken maakt aandacht een spannend thema: het is een vorm van actieve passiviteit.” “Aandacht heeft in eerste instantie te maken met concentratie”, reageert Gert-Jan van der Heiden, hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit. “Maar je kunt op verschillende manieren ergens op geconcentreerd zijn. De Duitse filosoof Martin Heidegger heeft een analyse gemaakt van onze aandacht voor dingen. Als we dingen proberen te begrijpen, zijn we geneigd door een natuurwetenschappelijke bril te kijken, zegt hij. Dat houdt in dat we ons niet concentreren op het ding zelf, maar dat onze aandacht direct verspringt naar de oorzaak ervan, dus naar iets anders. Dat zorgt voor een gebrek aan aandacht voor het ding zelf, voor hoe het werkelijk is." “Ik denk dat die analyse ook van toepassing is op onze benadering van mensen. Aandacht is niet functioneel, maar gericht op de persoon zelf. Als we met mensen omgaan, zijn we vaak enkel geïnteresseerd in een rol of functie van iemand; bijvoorbeeld als we bij een collega binnenlopen om iets te vragen. Of we laten de gerichtheid op de ander bepalen door onze eigen interesses; dan neem je misschien wel de tijd voor iemand, maar luister je niet echt naar wat die persoon graag wil delen. In beide gevallen is er sprake van interactie, maar dat is nog geen aandacht. Bij aandacht voor elkaar ontmoet je elkaar op het meest elementaire niveau van je mens-zijn; je ontmoet de ander niet in een bepaalde rol of functie, maar zoals die persoon in zijn kern is.” Van Tongeren: “Om aandacht te hebben voor een ander, moet je denk ik aandacht hebben voor waar de persoon in kwestie op dat moment aandacht voor heeft. Dat is namelijk datgene waardoor hij geraakt wordt, wat hem beweegt. Als iemand bezig is met een huis kopen en dat continu in zijn hoofd zit, moet je om aandacht te besteden aan die persoon dus zijn aandacht voor de huizenmarkt erkennen. Of nog beter: voor datgene wat onder zijn interesse voor de huizenmarkt zit, dat hij anders wil gaan wonen, anders wil gaan leven. Dat betekent ook dat je alleen aandacht kunt hebben voor een ander als diegene ook ergens aandacht voor heeft, dus actief gericht is op iets wat hem of haar bezighoudt.” Van der Heiden: “Maar aandacht is ook kijken naar wat iemand nodig heeft. Dat kan ook betekenen dat je iemand bewust even afleidt. Als iemand intens bezig is met iets wat een stressfactor wordt, bijvoorbeeld tevergeefs een huis proberen te kopen, dan kan het juist goed zijn om iemands focus even op een ander spoor te brengen – precies omdat je ziet wat de ander bezighoudt en wat dat voor die persoon betekent. Misschien is ontspanning bieden dan wel even het belangrijkst. Maar daarvoor moet je inderdaad wel eerst weten wat momenteel iemands aandacht vraagt.” Van Tongeren: “Omdat aandacht hand in hand gaat met geraakt worden, is het ook van belang om te kijken naar wat het betekent om door iets geraakt te worden. Dat is dus die passiviteit die ik bedoel, en die ligt dicht bij de emotie, wat je ook aan het woord zelf al ziet – het draait om de passie. Zelfs als je bijvoorbeeld geraakt wordt door een inzicht dat intellectueel is, zal je dat inzicht ook op een bepaalde manier voelen, het zal iets met je doen. Maar om aandacht voor dat inzicht op te brengen, is erdoor geraakt zijn dus niet genoeg. Daarvoor is die actieve houding ook nodig, in dit geval bijvoorbeeld door de denkstappen zelf na te lopen.” Van der Heiden: “Op soortgelijke wijze is aandacht niet enkel naar iemand luisteren, maar iemand werkelijk proberen te begrijpen. Dat houdt ook in dat als iemand vertelt over iets wat je aanvankelijk niet interesseert, je toch de betekenisvolle kanten ervan probeert in te zien. Dat proberen is actief, en toch kan deze activiteit geen succes afdwingen. Daarvoor is inderdaad een bepaalde passiviteit nodig, al zou ik die eerder ‘ontvankelijkheid’ noemen. Je bent afhankelijk van het passieve moment waarin het ineens duidelijk wordt waarom datgene wat de ander doet voor die persoon van belang is. Aan de daarvoor benodigde open houding kunnen we werken, maar aan de daadwerkelijke ontvangst van wat voor de ander van belang is niet. In die zin zit er altijd een moment van genade in de aandacht.” |