Slotwoord
In dit artikel hebben wij betoogd dat er in brede kring aanvaarde ideeën zijn over excuses die een dader achteraf maakt over zijn daad, soms als cognitieve stoornis benoemd, aan herziening toe zijn. Wij hebben gewezen op de vele plaatsen in de literatuur waarin gesteld wordt dat het maken van excuses achteraf heel normaal en vaak genoeg zelfs heel gezond is. Zelf merkten wij hierbij op dat gedrag vaak genoeg zijn oorzaak vindt buiten de persoon zelf. Wij beweerden dat, juist omdat het zo vaak voorkomt dat daders zich achteraf excuseren met een beroep op externe en niet-stabiele bronnen, dit nog niet wil zeggen dat deze vorm van zich excuseren risico's bevat [voor later gedrag, dus recidive]. Het feit dat velen die zich bezighouden met het begrijpen van wetsovertredingen, hetzij als onderzoeker, hetzij behandelaar, dit denken, kan wel eens betekenen dat zij te weinig aandacht schenken aan andere cognitieve processen dan alleen deze. Zoals altijd het geval is, concluderen ook wij dat er meer onderzoek nodig is. Dit toekomstige onderzoek zal dan echter wel plaats moeten vinden met een meer open en waarheidzoekende blik op wat de daders hier zelf over te zeggen hebben, teneinde de daders niet langer op te zadelen met een misplaatst label, zoals dat van een cognitieve stoornis. |