Vorige ] Start ] Omhoog ] Volgende ]

JON* & JORis*** West

*NVSH** Werkgroep JORis*** Oost Nederland

**    Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming 
*** 
Jeugd-Ouderen Relaties, intimiteit, seksualiteit 

"JON en JORis West zijn er voor mensen die merken dat zij verliefd kunnen worden op kinderen of jongeren, maar die dit gevoel niet of niet meer willen omzetten in seksuele daden met kinderen." 

http://www.jorisoost.nl/ & joncoo@zonnet.nl 
 

Vervang in je houding 'tegen' door 'met' en de wereld wordt een betere plek om te leven.

Auteur onbekend

Halfjaar-verslag 2016 A

Januari t/m juli 2016 - dd 29 Augustus 2016

Dit verslag is geschreven omdat er in 2016 veel veranderd is. In plaats van één groep in het oosten, is er nu ook een groep in het westen. Bovendien is de structuur veranderd en is de werkwijze sterk in ontwikkeling. 

De structuur van beide groepen

Formeel vormen de coördinatoren van beide groepen de NVSH Werkgroep JORis, bestaande uit NVSH-leden onder de paraplu van het landelijke bestuur van de NVSH. Op hun beurt organiseren deze coördinatoren de twee gespreksgroepen, waarvan de leden geen NVSH-lid hoeven te zijn. De werkgroep rapporteert jaarlijks aan de ledenraad en het bestuur van de landelijke NVSH. De groep regelt haar eigen inkomsten en uitgaven zelfstandig. 

Aan beide groepen zijn nu professionele therapeuten/hulpverleners verbonden. Deze bieden individuele hulp/therapie aan leden die hier behoefte aan hebben. Omgekeerd kunnen zij hun cliënten adviseren aan de groep te gaan deelnemen. In de loop van dit half jaar hebben al deze professionals al cliënten vanuit de groep en hebben zij cliënten naar de groepen verwezen. Samen met de coördinatoren van beide groepen vormen deze professionals een team waarin nagedacht kan worden over de methodiek. Twee van deze professionals vormen samen met de centrale coördinator van beide groepen, ook professional, een kernteam. 

Wie zich voor de groepen aanmeldt, wordt uitgenodigd om in persoon kennis te komen maken met een van de coördinatoren. In persoon, dit wil zeggen met de echte naam, het echte adres en een identiteitsbewijs. In een kennismakingsgesprek wordt dan naar de aanmelder met aandacht geluisterd, zonder te oordelen, en wordt besproken of de persoon in een groep kan en wil deelnemen of dat de optie 'individueel' hier beter is, hetzij met de coördinatoren of actieve leden, hetzij met een van de therapeuten, of dat een kleinere subgroep hier de beste optie is. 

Het aanbod 

Het aanbod waaruit gekozen kan worden bestaat dus uit 

  • deelname aan een van beide groepen;
  • deelname aan een kleinere subgroep hieruit;
  • individueel contact met een (of twee) coördinatoren en/of actieve leden; 
  • individueel contact met een professionele hulpverlener of therapeut.

Alle combinaties zijn mogelijk. 

Leden en bijeenkomsten

Door de vele recente aanmeldingen is het ledental gegroeid van vorig jaar rond de 25 naar nu rond de 40. Van het aanbod wordt gebruik gemaakt door deel te nemen aan een van de gespreksgroepen, dan wel kleinere subgroepen, individuele zelfhulpcontacten en/of individuele professionele hulp. 

Beide groepen komen eens per maand bij elkaar in een huiskamer of een huiskamerachtige ruimte, van 15 uur tot 21 uur (of later), inclusief een maaltijd. Afhankelijk van het aantal leden dat aanwezig is, kan er één gesprekskring gevormd worden of kunnen er ter plekke subgroepen gevormd worden. Deze wisselen steeds van samenstelling. Vooraf wordt gevraagd te melden of men wel of niet komt en ook waarom eventueel niet. Dit is ter wille van de koks, de organisatie en de groep en haar leden. Als de reden van het niet komen bijvoorbeeld is "Sorry, ik ben te depressief" kan dat lid spoedig een coördinator op bezoek verwachten. 

De (sub)groepsgesprekken worden expliciet geleid, maar er is altijd, vooraf, erna en rond en tijdens de maaltijd, ruimte voor zelfgekozen onderling contact, dat ook 'alleen maar gezellig' kan zijn en alle kanten op kan gaan, of desgewenst 'nergens over kan gaan'. Er wordt normaliter geen thema vooraf aangeboden; thema's komen als vanzelf voort uit de gesprekken. Soms wordt een thema, of twee, gesuggereerd, maar dan altijd een thema dat blijkens de gesprekken leeft onder de leden. Van de thema's die zo als vanzelf tevoorschijn komen noemen wij er enkele. 

De thema's 

In het begin: angst

In de kennismakingsgesprekken komen bijna standaard zes problemen naar voren: angst, angst en angst, gevolgd door isolement, depressie, soms ook obsessie. De angst is die voor het uitlekken, het bekend worden van de pedofiele gevoelens in de eigen omgeving. Op grond van deze angst maken diverse leden een apart e-mail account aan. 

Deze angst kan zo groot zijn dat menigeen tijdens het eerste gesprek (in een huiskamer) steeds uit het raam kijkt, ineens stagneert ... 

  • "Er liep iemand voorbij!" - Ja, dit huis staat in een straat. "Maar kunnen je (achter)buren dan iets horen?" Of zij dempen bij bepaalde passages van hun verhaal hun stem tot fluisteren. 
  • Of: "Ja maar die therapeuten vertellen toch alles door aan de politie, dat moeten zij toch?" Nee, zij hebben beroepsgeheim; de verplichting geldt alleen in uitzonderlijke gevallen, namelijk bij de aantoonbare dreiging van een ernstig delict; gevoelens hebben is geen delict. 
  • Of, tijdens een groepsgesprek, loopt een van de deelnemers, uit een verre regio, ineens de tuin achter het huis in. Wat is er? "Er liep iemand langs. Die kan dan zien dat ik hier ben. Kun je die gordijnen niet dicht doen?"
  • Soms ook: "Mijn vrouw mag hier niets van weten; ik heb een smoes verzonnen." Of soms ook: "Mijn ouders / moeder / ... idem idem."

Om aan deze angst tegemoet te komen, is dit jaar ook de mogelijkheid ingevoerd dat men onder een schuilnaam aan de groep deelneemt, mits de echte naam en adres bij de coördinatoren bekend zijn. Er zijn nu enkele leden die hiervan gebruik maken. Ook zijn er leden die niet per e-mail uitgenodigd willen worden; zij ontvangen deze per post. 

Dit laat onverlet dat er ook kandidaten en deelnemers zijn die hier allemaal geen last van hebben. Zij zijn waar mogelijk selectief open naar hun omgeving, zij  leven redelijk contactrijk en redelijk gelukkig. 

Ouders 

"Als mijn ouders mij nu maar blijven accepteren, dan heb ik geen groep of therapeut meer nodig."

Onder de aanmelders zijn er in toenemende mate twintigers. Voor hen blijken de ouders van eminent belang. Zij beschrijven vaak genoeg eerst een lange en eenzame zoektocht naar informatie over de gevoelens die zij doorgaans al in hun tienertijd ontdekt hebben. Die ontdekking werd gemeld van de leeftijd van elf tot zeventien jaar. De zoektocht kan vijf of veel meer jaren duren. 

Dan komt het cruciale moment: '(Hoe) vertel ik het mijn ouders?' Juist rond dit moment kunnen leeftijdsgenoten elkaar heel goed helpen. Als het dan verteld is, rapporteren zij meestal deze standaardreactie: de moeder zegt dat zij al lang wist dat er iets was, maar niet wat dit was, of dat zij dit al lang wist maar niet bespreekbaar achtte. De moeder zegt dan iets als "Je bent en blijft voor altijd mijn zoon, hoe je ook bent." De vaders zijn stiller en volgen dan de moeder. 

Zelfacceptatie? 

Een jonge twintiger vertelde vol (uiterlijke) vreugde dat zijn ouders hem helemaal geaccepteerd hebben. De wijsheid van de groep bracht de groep ertoe om verder door te vragen. Toen kwam het innerlijk naar boven: schaamte, schuld, het gevoel afwijkend, ziek of vies te zijn, walging, angst, depressie. Een andere jonge twintiger meldde een poosje na zijn coming out naar zijn ouders - en hun standaardreactie - dat hij volkomen stil stond, geen energie maar wel een depressie had. Hij vroeg de coördinator hoe hij de professionele therapeuten rond de groep kon bereiken, want zoiets had hij nu echt wel nodig. Binnen de huidige structuur is zoiets heel snel geregeld. 

We zien dat acceptatie door ouders en anderen van groot belang is, maar dat de weg naar zelfacceptatie daarna nog een lange kan zijn. De twintiger heeft, na het vertellen, een probleem minder, zijn ouders hebben er een probleem bij. Ter ondersteuning van de ouders verschijnt er binnenkort (september 2016) een artikel hierover op Ouders Online

De mate van zelfacceptatie is een belangrijk punt.  De mate er van blijkt flink te  verschillen binnen de groep. Er zijn er die dit punt al lang geleden bereikt hebben, waarna zij een acceptabele manier van leven hebben weten te vinden. Er zijn er bij wie dit nog lang niet het geval is. 

Monsters 

Deze deelnemers presenteren meestal een metafoor of beeldspraak aan de groep: "Ik walg van mijzelf. Er zit een monster in mij." Iemand tekende deze monsters in een serie tekeningen.  Monsters van diverse aard en gestalte passeren de revue, al dan niet in een moeras "waar ik in weg zink". 

Op dus naar Sint JORis, de drakendoder ... ofwel naar JORis, de groep, niet heilig - en ook niet bedoeld voor 'heiligen'. Hoewel, kun je dit monster wel doden? Moet dat wel? Of kun je beter naar Sint Franciscus, over wie het verhaal gaat dat zijn stad last had van een wolf die de kippen stal en op at. Franciscus ging praten met de wolf en met de mensen. Er werd afgesproken dat de mensen eten zouden neerleggen in het bos en dat de wolf geen kippen meer zou stelen. Erken eens dat je monster bij jou hoort, een deel van jezelf is - en ga dan eens eens praten met je eigen monster...

Diagnoses 

Vaak genoeg heeft iemand die zich aanmeldt en aansluit al eerder de professionele hulpverlening ingeroepen. Excuseer, beste professionals, zij melden nogal eens dat zij zich hier helemaal niet door geholpen voelen. Wel hebben zij diagnoses te horen gekregen, die zij dan 'braaf' opsommen; diagnoses, die kennelijk een eigen leven zijn gaan leiden: 'Het is mijn Asperger / autisme / ADHD / ADD / PDD-NOS / depressie' ... 'Niet ik leid en stuur mijn leven, nee, meneer Asperger enz. doet dit'. Depressie wordt het vaakst gemeld: 'Het is mijn depressie' - niet: 'Ik ben het die hier krachtloos en stuurloos is geworden.' 

Deze hoeveelheid diagnoses blijken of lijken samen te hangen met het feit dat de zorgverzekeraars eerst een diagnose vragen voor zij de zorg vergoeden. Die moet dan eerst worden opgesteld. Men vraagt om hulp, men krijgt een diagnose. Heel vaak wordt men dan van de GGZ doorverwezen naar de ambulante forensische kliniek, ook al is er niets forensisch aan de hand met de persoon. Men wordt - en voelt zich - dan slechts behandeld als een potentiële dader. Velen, die immers vrijwillig komen, haken dan al snel af. 

Vrij veel deelnemers leven al jaren van een Wajanguitkering. Deze kent geen plicht tot herintegratie en biedt ook geen zorg, hulp of behandeling aan. Wat dan volgt is een metafoor als "de eenzame fietser in een lege woestijn". 

Isolement 

Het isolement waarin sommige aanmelders en deelnemers leven is vaak indrukwekkend. 

  • "Ik leef al tien jaar in volkomen isolement."
  • "Ik ben helemaal mensenschuw geworden." 
  • "De buurt? Buren? Welnee! Als die er achter komen hoe ik ben, kan ik beter direct verhuizen!" 
  • "Hoe lang ik hier woon? Ik ben al twee keer moeten verhuizen vanwege geruchten en roddels in de buurt." - een ander: "... vanwege bedreigingen uit de buurt." 
  • "Nee, er komt hier nooit iemand op bezoek. Dat jij hier op bezoek komt is een grote bijzonderheid." 

Nu mag gemeld worden dat een zelfhulpgroep annex therapeuten lang niet altijd in staat is om echte depressies en zo meer op te lossen, maar met de klacht van isolement lukt dit nu juist meestal wel. Er worden contacten gelegd, leeftijdsgenoten ontdekt, subgroepjes gevormd, over en weer bezoeken afgelegd, coördinatoren gaan op reis naar de leden van de groep. Jongeren, overigens, leggen geen 'bezoekjes' af, nee, zij chillen, misschien met een joint. 

Dit chillen heeft goed geholpen bij iemand die al zwaar suïcidaal was. De jongeman wees professionele therapie af. "Toen ik dat kantoor binnenkwam, ging mijn mond op slot." - "Die zogenaamde therapeuten, nou, die willen alleen maar geld aan mij verdienen - mooi niet!" De coördinator in kwestie kreeg wel toegang en openheid, uren lang zelfs. "Ik verbaas mij dat ik jou zo veel zit te vertellen!" De coördinator bracht hem in contact met een vlakbij in de regio wonende leeftijdsgenoot. Het werd dus chillen en lange telefoongesprekken. De jongeman liet zijn suïcideplannen varen; hij leeft nog - en zijn leeftijdgenoot verdient een standbeeld of een straatnaam, dan wel medaille of de hemel ... Zelfhulp kan niet alles, maar best wel iets. 

De methodiek 

Zelfhulp en meer 

De JORis-groepen zijn van oorsprong puur zelfhulpgroepen. Er is/was wel gespreksleiding, maar er is geen 'therapeut' met 'cliënten', nee, de deelnemers helpen waar nodig elkaar. Soms expliciet, vaak impliciet, alleen al door met aandacht naar elkaar te luisteren zonder te oordelen. Veel mensen hebben hier al genoeg aan, soms al aan gewoon gezellig samen zijn. 

Nu kan een zelfhulpgroep best iets, vrij veel zelfs, maar er kunnen problemen zijn die het vermogen van zo'n groep te boven gaan of die de groep te veel zouden belasten. Daarom zijn er nu ook professionele therapeuten verbonden aan de groep. Hier is al heel snel gebruik van gemaakt. De methodiek is nu dus een combinatie van zelfhulp en therapie - met een grensgebied er tussenin. 

Een zelfhulpgroep bleek anderzijds meerdere malen ook uitkomst te bieden voor mensen die van hun leven geen therapeut meer willen zien, op grond van hun ervaring met therapeuten. Dit verraste ons wel even: hebben we eindelijk therapeuten in de aanbieding, weigeren mensen dit! 

"Ik ging dus naar zo'n therapeut toe. Nou, ik kon daar mijn verhaal helemaal niet kwijt, wat ik nu juist graag wilde vertellen! Hij begon maar over 'diagnose' en een bepaalde techniek, iets met een afkorting, iets dat mijn trauma dan uit mijn geheugen zou wissen. Nou ja, vooruit dan maar, maar het heeft totaal niets geholpen. Daar ga ik niet meer heen. Hier kan ik mijn verhaal tenminste kwijt, wat ik nergens anders kwijt kan. Dit helpt mij tenminste wel" 

In essentie verschilt de methodiek van de zelfhulpgroep en die van de therapeuten niet eens veel; er is een duidelijke overlap, of, beter, een gemeenschappelijke basis onder beide. De vorm zal dan verschillen, de basis in essentie niet. 

De narratieve methode 

Een narratief is een verhaal. De methode houdt in dat gevraagd wordt naar het eigen, echte en authentieke verhaal van de ander. Hier wordt met aandacht naar geluisterd zonder te oordelen.  

Alleen in uitzonderingsgevallen kan later een eerlijk oordeel worden uitgesproken, maar dan pas na de vraag "Hoe oordeel je eigenlijk over jezelf?" 

"Het grootste communicatieprobleem is dat we niet luisteren om te begrijpen. We luisteren om te antwoorden." 
De Dalai Lama.

Ook overigens zonder, en zeker ongevraagd niet, adviezen te geven; deze blijken herhaaldelijk niet te werken. Reacties als "Ja maar ik ... (vind) ..." zijn ongewenst. Vragen, vooral naar het gevoel, en begrijpende reacties zijn beter. 

Het eigen verhaal kan, dit blijkt van nut, vaak worden samengevat in een metafoor. Zowel individu als groep pakken dit vaak snel genoeg op en gaan ermee aan het werk. De 'regel' is dan dat zo'n metafoor ook een uitkomst moet bieden, dus positief moet eindigen. 

  • De eenzame fietser in de lege woestijn. Maar er fietst iemand met je mee; we gaan een oase zoeken. 
  • Het stuwmeer (van opgekropte gevoelens) met een dam (die niet mag breken), maar ook met een buis die energie kan leveren (de groep waarin je open kunt spreken). 
  • De leeuw met een schutkleur in de woestijn - niemand mag hem zien! Maar een leeuw is ook sterk! 
  • De nomade die je al zo lang bent - maar een nomade kan ook genieten van zijn reizen. 
  • De bever knaagt zich een weg uit het moeras: hij knaagt zich, dapper doorzettend, een gang naar de oever en bouwt zich dan boven de waterhoogte een veilig nest. 

Cruciaal in de methodiek is dat dit verhaal steeds weer opnieuw verteld gaat worden. Eerst bij de kennismaking, dan voor het eerst in de subgroep, dan in de gehele groep - en keer op keer weer als er nieuwe leden bijgekomen zijn. Wat we dan zien is dat het verhaal zich ontwikkelt, dus dat de persoon zich ontwikkelt: 

  • van "ze dit en dat" naar "ik ...";
  • van "Laat ik maar eens beginnen met mijn stoornis" naar "Deze gevoelens heb ik altijd al gehad en ik wil ze niet kwijt ook; ik kan er goed mee leven, nu."
  • van "mijn Asperger (enz. enz. enz.) naar "Ik ..."
  • van een eigen verhaal dat eerst in een wolk van spanning en puur feitelijk en rationeel wordt verteld, naar het vertellen van gevoelens met een glimlach; 
  • van "Ik leef al tien jaar in isolement" naar "Ik krijg nu steeds meer contacten". 
  • van een wanhopig zoekende onzekere tiener naar een zelfbewuste twintiger die weet te leven. 

Soms wordt in de (sub)groep ook vertaalhulp aangeboden: 

  • letterlijk: vertaling voor wie geen geboren Nederlander is;
  • een bloknootje of laptop voor wie doof is; 
  • een tolk voor wie een spraakgebrek heeft: 'Bedoelde je dit te zeggen?' 
  • vertolkers die vooral op de lichaamstaal letten van iemand die moeilijk uit zijn woorden komt en die dan vertalen wat hij met handen en lijf vertelt: 'Bedoel je dit?'

Deze methodiek is nu ook opgeschreven. Klikt u maar op 

Afhankelijk van wanneer u klikt, treft u de vierde versie (augustus 2016) of de vijfde versie (september 2016) ervan aan. Die vijfde versie gaat dan ook een theoretische en filosofische onderbouwing geven, mogelijk in een tweede artikel. 

In een kortere versie wordt Het verhaal dat verteld mag worden ook gepresenteerd op een studiedag van Medilex op 6 oktober 2016; later, naar planning, in het Tijdschrift voor Seksuologie; in een uitvoeriger versie op deze website en op het digitale congresboek van de studiedag van Medilex. 

De grenzen van deze methodiek 

Al werkend werden de grenzen van deze methodiek wel duidelijk. Eén grens is eenvoudig en te overwinnen, een andere grens is lastiger. Het werkgebied ligt juist op en vooral tussen deze beide grenzen. 

De eenvoudige grens is deze: als je aan zo'n groepsgesprek of ook aan zo'n subgroep of een individuele ontmoeting niet expliciet leiding geeft, dan 'gaat het al spoedig nergens over'. We zien dit wel eens in de (eet-)pauzes:  

"Ik ben eerder weggegaan omdat het nergens meer over ging."

Toch heeft die fase zin en nut, hetgeen juist blijkt uit de tweede grens: 

Coördinatoren: 

  • "Na dat bezoek heb ik de hele nacht niet kunnen slapen. Dit is te zwaar voor mij."
  • "Poeh poeh! Twee suïcidale mensen op één dag! Dit werd ook mij wel te veel." 

Leden van de groep:

  • "Na dat eerste groepsgesprek heb ik de hele nacht niet kunnen slapen. Mijn hoofd was te vol."
  • "Al die verhalen van al die mensen! Dit kan ik helemaal niet aan! Daarom ging ik eerder weg." 
  • "Na zo'n groepsbijeenkomst slaap ik niet en heb ik een hele tijd nodig om mijn evenwicht weer terug te vinden." 
  • "Alles wordt dan weer opgerakeld wat ik al achter mij gelaten heb." 
  • "Nou, ja, zo'n groep ... Ik wil mijn verhaal er wel aan kwijt, maar iedereen kijkt mij dan aan! Dan kan ik niet meer terug. Ik ga blozen, stotteren of naar de vloer kijken ... en dan krijg je nog vragen ook ..." 

Dit is de tweede grens, die aangeeft dat die pauzes waarin het 'nergens over gaat' juist hun nut en betekenis hebben. Je kunt dan 'gewoon praten over mannendingen': voetbal, de auto, je werk ... Je wordt als 'bijzonder mens' toch geaccepteerd als 'gewoon mens'. 

Dit punt is in beide groepen en met het 'grote team' besproken. De uitslag was: zoek en behoud het evenwicht. Dit kan ook inhouden dat sommige problemen beter individueel met coördinatoren, leden, therapeuten of in een subgroepje besproken kunnen worden; je belast dan de groep hier niet mee.

Het tussengebied tussen zelfhulp en therapie 

De groep is in principe alleen een zelfhulpgroep. Toch presteerde een groep het om zelfs anderhalf uur lang stil te staan bij één persoon, die hierna de groep (en de gespreksleider) expliciet bedankte en die aangaf dat het sindsdien beter met hem ging. Hier was de zelfhulpgroep even therapiegroep. Toch trok een van de leden zich letterlijk terug van dit gesprek: "Dit was mij te zwaar" - waar we de tweede grens weer op zien duiken. 

Coördinatoren hebben met dit grensgebied te maken in hun individuele contacten met leden. Deze beginnen standaard ook met de zelfhulp-benadering. De ervaring echter leert dat zo'n coördinator er dan niet op moet rekenen dat hij zelf ook een beetje aan bod komt; hooguit even in het begin, beleefdheidshalve. Er zijn ook mensen die niet op het idee komen om te vragen hoe het met de ander gaat - soms zelfs niet om deze iets te drinken aan te bieden. Je bent er dan alleen voor de ander. 

Hiermee kun je op het terrein van de therapie belanden, of er dichtbij komen bijvoorbeeld bij echtpaargesprekken; de meeste coördinatoren worden hierbij echter niet gesteund door enige opleiding, diploma of bevoegdheid tot therapie en kennis van diagnostiek; bijvoorbeeld van autisme, een label dat nogal eens vermeld wordt. De coördinator zal zijn best doen, vooral goed luisteren, niet oordelen of ongevraagd adviseren, en dan op het eind toch weer expliciet terugkeren naar het terrein van de zelfhulp. 

Omgekeerd komt het ook voor dat mensen in die individuele of subgroep-contacten alleen maar 'gewoon en gezellig' kunnen of willen zijn. Zo is er al een subgroep "Gezellig" in oprichting. Dit kan natuurlijk ook best helpen, al is er de kans dat er wel een onderliggend probleem is dat dan dus in stand blijft. Het is soms schipperen: heen en weer varen als een veerpont, altijd behoedzaam. 

Een ander probleem kwam op: zo'n coördinator weet dan heel wat meer dan wat zijn gesprekspartner in de groep verteld heeft of zelfs ooit bereid is te vertellen. Er is immers vaak genoeg nog sprake van schaamte, schuldgevoel, zelfwalging en dergelijke 'monsters' meer. De kunst en kunde is dus om hier zeer behoedzaam mee om te gaan. Wel is afgesproken dat de coördinatoren onderling dit mogen weten en erover mogen spreken; zij lopen daar dan niet alleen mee rond. 

Een methode naast andere methoden 

De studiedag van Medilex op 6 oktober 2016, en veel lectuur, gaat vooral over 'daders' (van pedoseksuele daden). Iemand die inderdaad een ernstig delict op dit gebied heeft gepleegd, zal gebaat zijn met - en wordt meestal verplicht tot - een vorm van 'daderbehandeling'. 

De vorm en methodiek hiervan is doorgaans die van de cognitieve gedragstherapie, gebaseerd op de gedragstheorie en de onderliggende gedragsfilosofie met bijbehorende visie op de mens: 'gedrag, veroorzaakt door factoren en prikkels'; kennis is objectieve kennis van algemene feiten, ondersteund door statistiek. Er zijn protocollen voor behandeling van 'de pedofiel'.

In voorkomende gevallen is dit terecht. Het kader is dan juridisch; er was een delict; er wordt een dader als dader benaderd, met of zonder echte hulpvraag. 

We hebben hier echter te maken met 'niet-daders' of - er is een overlap-gebied -'dit-nooit-meer!-daders'.  De JON-website begint immers met deze woorden: 

"JON en JORis West zijn er voor mensen die merken dat zij verliefd kunnen worden op kinderen of jongeren, maar die dit gevoel niet of niet meer willen omzetten in seksuele daden met kinderen." 

Deelnemers komen vrijwillig en uit zichzelf; er is geen juridisch kader. Er is maar zelden een delict, maar dan meestal in het verleden en al juridisch afgehandeld of nog in dat stadium. Doorgaans is er een echte hulpvraag. 

Cruciaal is dat hier een geheel andere methodiek nodig is, gebaseerd op een geheel andere theorie en een geheel andere filosofie: de mens als verhaal, de mens die al handelend vanuit motieven en redenen zich een eigen en unieke biografie schrijft; het gaat hier niet om algemene objectieve kennis, feiten, maar juist om het begrijpen van steeds unieke personen. De cliënt is niet 'de pedofiel', maar deze mens met deze (pedofiele en andere) gevoelens'. 

Dit is ons vooral duidelijk geworden door onze twintigers. Zij vertelden dat zij naar StopItNow! gebeld hadden, dat zij daar anoniem met therapeuten konden spreken, maar ook dat zij daar slechts behandeld werden als potentiële daders, wat zij naar eigen zeggen per se niet zijn, niet willen zijn en nooit willen worden: 

"Daar heb ik niets aan gehad. Daar werd ik alleen nog beroerder van. Dit is niets voor mij, dit slaat helemaal niet op mij." 

Deze kritiek op StopItNow! is bij deze instelling bekend, is er besproken en erkend als terecht. Sterker nog: de directeur daarvan is een van onze therapeuten en een van de verwijzers van mensen naar onze groepen. 

Er wordt hier nog verder over doorgedacht, in een goede verhouding: niet tegenover elkaar maar naast elkaar. Breder gezegd: niet tegen de samenleving maar met de samenleving, inclusief andere behandelaars en bijvoorbeeld de reclassering.  Vervang in je houding 'tegen' door 'met' en de wereld wordt een betere plek om te leven.

Auteur onbekend

Er ligt nog wel een probleem 

Het komt nog wel eens voor dat iemand al ergens in behandeling is en/of onder toezicht van de reclassering staat. De medewerkers daarvan verbieden de persoon dan vaak om contact met gevoelsgenoten te hebben. De persoon vindt dit onjuist en wil de groep niet missen. 

"Hier kan ik tenminste mijzelf zijn en hier hoef ik niet zo op mijn woorden te passen. Daar ervaar ik geen steun, hier juist wel. Dat moet ik, dit wil ik. "

Het blijkt dan vaak genoeg dat de groep en/of de coördinatoren ervan heel wat meer te horen krijgen, en dus heel wat meer weten, dan de officials. Dit brengt de groep / de coördinatoren ervan in een lastige positie met veel vragen. 

Wij vinden deze situatie dan ook zeer ongewenst en niet ten bate van de cliënt. De groep legt noch andere behandelaars noch de reclassering ook maar een vingerbreed in de weg, omgekeerd wordt de groep zo ongeveer verbannen. Dit probleem is met StopItNow! al opgelost en het is al voorgelegd aan de reclassering, waarna andere behandelaars nog moeten volgen. Op de studiedag van Medilex zal voor dit probleem aandacht worden gevraagd. 

De praktische kant 

Dit verslag is nu wel lang genoeg ... een voorschotje op de methodiek-artikelen ook. We gaan naar de praktische kant: de beide half-jaars-jaarrekeningen. 

De JORis-groepen bedruipen in financieel opzicht zichzelf. Deelname is gratis. In West gaat er een pan rond voor de kosten van maaltijd en groep; in het oosten gaat een hoed rond voor de groep en een pet voor de kok. Coördinatoren die dit nodig hebben krijgen hun reiskosten vergoed; leden kunnen subsidie of vergoeding van hun reiskosten krijgen als dit voor hen nodig is. De ruimten zijn nu gratis; of dit bij West zo kan blijven, is nog de vraag. 

Halfjaar-rekening JON 2016 A

Jaarrekening JON 2016 A  JR 2015 Begr 2016 JR 2016 A Begr 
2016 B
< Toelichting
Jan t/m juli          
Beginsaldo 68,71 183,84 183,84 130,84  
Ontvangsten          
Bijdragen van leden ('Hoed') 747,90 650,00 542,25 350,00  
Bijdragen van leden - per bank 190,00 150,00 0,00 50,00  
Giften 45,00 25,00 0,00 0,00  
Totaal ontvangsten 982,90 825,00 542,25 400,00  
Beginsaldo + ontv 1.051,61 1.008,84 726,09 530,84  
           
Uitgaven          
Porti & secretariaat -27,60 -30,00 -37,75 -30,00 Meer postzegels
Web site - provider -120,00 -120,00 -70,00 -50,00 West op JON-site
Web site - kopieen 0,00 -5,00 0,00 -5,00  
Domeinnaam (vijf jaar) 0,00 0,00 0,00 0,00  
Doorlinken (een jaar) -7,50
-7,50

 

0,00 -7,50  
Reiskosten          
Reiskosten coo'n & hulpv. -471,54 -450,00 -433,50 -300,00 Meer reizen
(Subsidie) reiskosten leden -210,68 -250,00 -40,00 -50,00 Minder reizen door West
Startkosten JORis West   -50,00 -14,00 0,00 Reiskosten
Deelname aan / bijwonen van .. 0,00 0,00 0,00 -50,00 Reiskk L. > Medilex
Hulpverlening 0,00 -10,00 0,00 -5,00  
Info en docu inkopen -5,35 -10,00 0,00 -5,00  
Info geven -25,10 -20,00 0,00 -5,00  
Totaal uitgaven -867,77 -952,50 -595,25 -507,50  
Eindsaldo 183,84 56,34 130,84 23,34  
           

Halfjaar-rekening JORis West 2016 A

 

Joris West - febr t/m juli      
Verlies & Winstrekening 2016 A Bedragen in Euro's
           
Beginsaldo         0,00
  Rubriek Omschrijving Ontvangen Betaald Resultaat
Inkomsten I001 Donaties 582,30    
  I002 Rente 0,36    
           
Uitgaven U001 Eten & drinken 129,97  
  U002 Bankkosten 0,00  
  U003 Reiskosten coördinatoren 290,03  
  U004 Reiskosten deelnemers 0,00  
           
Totaal     582,66 420,00 162,66
Eindsaldo       162,66

Slotwoord 

Op haar veertigste verjaardag, de voorgangers meegerekend, is JON veranderd in "JON & JORis West" alias de NVSH JORis groepen. De structuur is veranderd nu er ook professionele therapeuten zich aan de groepen hebben verbonden. De methodiek, al werkend ontwikkeld in de loop der jaren, is nu opgeschreven en zal spoedig ook theoretisch en filosofisch onderbouwd worden. Hiermee treden de JORis groepen nu ook in beperkte mate naar buiten. 

Dit is een handreiking aan de professionele hulpverlening en aan de samenleving. Er gebeurt niets tegen beide, maar met beide. 

Dat hier behoefte aan is, toont recent onderzoek aan (zie het slotwoord van het Jaarverslag JON 2015). Het blijkt ook uit de toename aan aanmeldingen en leden in de afgelopen maanden. Onder hen zijn enkele twintigers die worstelen met hun gevoelens en met de samenleving die deze afwijst. 

Dit zijn geen 'daders' en zij willen dit ook nooit worden. Zij herkennen zich dan ook niet in de behandeling als potentiële dader en zij haken dan af. Zij behoeven een benadering als 'niet-dader' - en deze verschilt qua methodiek en dus qua onderliggende theorie en mensvisie van de nu gangbare dader-behandeling. Dit kan in de JORis-groepen, helemaal gratis zelfs. 

Hun verhaal mag verteld worden. 

JON & JORis West
Goedgekeurd: schriftelijk en/of 
ter vergadering op 14 & 21 augustus 2016.

Vorige ] Start ] Omhoog ] Volgende ]